Omdat een mens moet eten. En omdat koken leuk is, zeker als je opgehokt bent.
Ingrediënten per persoon
1/8 Knolselderij
80 gr Zuurkool
50 gr balkenbrij, bloedworst, rookworst of eventueel gewoon gehakt
Klont roomboter of een flinke scheut slagroom
Bloem, een losgekopt ei, paneermeel
Zout, peper, nootmuskaat
Olie om in te frituren
Bereiding
Schil de selderij, en snijd in blokjes. Kook in plm 20 minuten gaar in ruim water met zout.
Giet af, pureer glad met staafmixer of keukenmachine, breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat en voeg boter of room toe tot een lobbige puree. Druk de puree door een bolzeef om klontjes te verwijderen.
Kook de zuurkool gaar in ruim water in 20- 25 minuten. Laat uitlekken in een vergiet en breng op smaak met een beetje zout en flink peper.
Snijd de bloedworst (of één van de mogelijke alternatieven) in dobbelsteentjes van ongeveer 1 cm. Haal de blokjes achtereenvolgens door bloem, losgeklopt ei en paneermeel. Frituur ongeveer een minuut in olie op 180 graden, tot lichtbruin en enigszins opgezwollen.
Frituur een beetje in water gespoeld en goed uitgeknepen zuurkool knapperig en goudbruin als garnering.
Dresseren
Neem voor een mooie presentatie per persoon een glazen kom.
Doe onderin een laag selderijpuree.
Daarop de zuurkool, zo los mogelijk geplukt.
Werk af met de kroketjes en gefrituurde zuurkool (en eventueel verse kruiden naar smaak).
