Bij nader inzien zijn die zekerheden waarover ik twee posts geleden schreef, lang niet zo zeker als ik dacht. De pijn wordt bijna iedere dag merkbaar erger en het lopen gaat in het zelfde tempo achteruit. De pijn onderin mijn rug is niet meer te harden, en het lijkt wel besmettelijk te zijn, de pijn trekt steeds verder omhoog. Soms voel ik een soort krakje ergens; misschien is dat maar schijn, maar daarna is de pijn weer erger met weer een uitstraling in een tot nu toe ongerept gebied. Een paar dagen geleden kreeg ik op die manier een verse pijnhaard in mijn onderrug gevolgd door een gevoel alsof er een hete spijker in mijn voet werd getimmerd. Waar eindigt dit? Begin ik me af te vragen.

Weer een onzekerheid dus, terwijl ik daar zo langzamerhand genoeg van begin te krijgen. Na Coby dacht ik me te kunnen troosten door de dingen te doen waar ik voor die tijd nooit aan toe kwam, maar tot nu toe is daar weinig van terecht gekomen. Ik heb wat meer bezoekers op mijn website en op mijn Youtube kanaal. Maar daar ga ik mee stoppen dus ik heb niets aan die bezoekersstijging. De enige prestatie waar ik een beetje trots op mag zijn is tot nu toe een film die in 15 maanden 330.000 keer is bekeken, een record voor mezelf en ook een record voor Benidorm. 

Mijn plannen om films over Amsterdam te gaan maken, kunnen voorlopig ook de ijskast in. Daar moet ik minstens enigszins mobiel voor zijn, en de zomer is bijna voorbij. Gelukkig lijkt de film die ik van foto’s aan het maken ben, mooi te worden. Dus daar ben ik nog wel even mee zoet en misschien boek ik daar weer een succesje mee.
Maar echt gelukkig word ik pas als het me lukt om veel stukjes te schrijven waar ik zelf tevreden mee ben. Onderwerpen zijn er genoeg en ik heb ook meningen genoeg uitgewerkt, maar nu het schrijven nog. Dat is pas een paar keer gelukt. De rust ontbreekt.

Ik ben, tegen mijn karakter in, een beetje sombertjes. Het lijkt wel of ik nooit iets mag, of er ergens iets of iemand is die iedere keer dat ik op gang begin te komen, me weer laat struikelen.
Alles went, ook pijn. Maar wat nooit zal wennen, in ieder geval niet bij mij, is onzekerheid. Daar dacht ik eergisteren vanaf te zijn; daarom kon ik enthousiast beginnen met het gebruiksklaar maken van mijn kantoor op de bovenverdieping. Maar nu begin ik me af te vragen of ik volgende maand de trap nog wel op kom.
Dan eindig ik weer, zoals al zo vaak, aan mijn eettafel voor het raam. Als dat gebeurt, dan zal dat toch mijn lot zijn, en ga ik mijn eigen bijbel schrijven. Fatsoen voor Beginners. Ik ken meer dan genoeg potentiële klanten om een rendabele oplage te kunnen slijten. Maar of ze ook belangstelling hebben, waag ik te betwijfelen. Nu we het erover hebben, denk ik dat een boek ‘Slimme Plannetjes voor Dummies’ meer kans heeft. Maar dat schrijf ik niet; dat laat ik graag aan de bedrijvendokter over. Ik wil daar wel heel graag een recensie van schrijven. 

Om de onrust compleet te maken, lijkt er ook steeds meer zinloze ruis te ontstaan.
Al 14 maanden ben ik bijvoorbeeld bezig met de Belastingdienst over de opheffing van mijn B.V. en de financiële gevolgen daarvan. Met wisselende reacties. Het lijkt wel of ik met goudvissen aan het corresponderen ben, die onthouden ook alles maar 9 seconden. Iedere keer krijg ik te maken met nieuwe anonieme medewerkers die geen idee lijken te hebben van wat er eerder is besproken en die daarom maar weer een vers formuliertje sturen, waarna ik van een volgende medewerker te horen krijg dat dat een verkeerd formuliertje was en/of dat een toelichting ontbrak. Enkele maanden geleden kreeg ik bijvoorbeeld een officieuze email dat alles in orde was en dat ik naar Amsterdam kon bellen voor een officiële bevestiging. Ik belde waarschijnlijk te laat, dus toen wist men in Amsterdam al van niets meer, zodat ik het maar opgaf.
Omdat het al zo lang duurt schijnen alle betrokken kantoren alle correspondentie te zijn vergeten, want vorige week ontving ik een brief die me weer 14 maanden terug voerde in de tijd. Het hele traject kan weer opnieuw beginnen, letterlijk vanaf nul. 
Ik heb dat ook gemeld, en verwezen naar mijn allereerste brief. Nu maar afwachten wat er gaat gebeuren. Waarschijnlijk krijg ik weer een stroom formulieren om me bezig te houden.

Inmiddels ben ik ook maar voorbereidingen aan het treffen voor het keukentafelgesprek dat over bijna twee weken gaat plaats vinden met iemand van het WMO loket. Ik ben benieuwd wat voor konijnen er allemaal uit de hoed worden getoverd. Maar dat er gegoocheld gaat worden, dat lijkt me wel zeker. Het heet Wet Maatschappelijke Ondersteuning, maar de Ondersteuning lijkt hoofdzakelijk te bestaan uit het geven van aanwijzingen hoe je je eigen ‘netwerk’ kunt inschakelen voor de uitvoering van die maatschappelijke ondersteuning.

Maar desondanks realiseer ik me nog steeds, dat oud worden leuk is, en een cadeautje. Dat het niet iedereen gegund is om oud te worden, had ik voor het verlies van mijn grote liefde al menig maal mogen merken, maar het werd me door haar dood nog wat steviger ingeprent. Wees blij als je kwaaltjes begint te krijgen; het bewijst dat je je zelf aan het overleven bent.
Ik geniet dan ook nog steeds van het leven, ook al is het met haken en ogen. Als senior heb je onbeperkt de tijd aan jezelf, kunt overal eindeloos over nadenken, naar kijken, je hebt financiële zekerheid, hoeft niet bang te zijn om je baan kwijt te raken, en ook om je toekomst hoef je je geen zorgen te maken, want dat beetje toekomst dat je nog hebt is te verwaarlozen. Geniet met volle kracht nu het nog kan, en laat je door niemand daarvan weerhouden.
De core business van ieder schepsel is niet werken, en ook niet afvallen of gezond leven. De core business van ieder schepsel is genieten.

Wat ik niet begrijp is waarom er altijd mensen moeten zijn die als doel lijken te hebben om het plezier van anderen zo veel mogelijk te dwarsbomen. Azijnzuurpissers.
Zo gaat het ook met die mug die al drie maanden geleden geboren werd, maar die nog steeds iedere dag krachtvoer krijgt zodat het inmiddels een olifant met morbide obesitas is geworden. Voedselverspilling, want er is geen behoefte aan een olifant met overgewicht. Er zijn zoveel mensen die snakken naar overgewicht, en dan geven wij het weg aan een beest dat zonder overgewicht al gewichtig genoeg is.

En waar gaat het helemaal over? Iemand deed onbeschoft en hatelijk tegen me; onder getuigen dus er hoeft niet eens over te worden getwijfeld. Daarop heb ik hem discreet in een email op zijn vingers getikt. Luid en duidelijk, niet verkeerd te interpreteren. In alle rust had er een einde kunnen komen aan een vriendschap die trouwens nog maar piepjong was, zodat het risico op maatschappelijke, of geestelijke schade te verwaarlozen is, om van PTSS nog maar te zwijgen. 
Er was ook geen enkele reden om er anderen in te betrekken. Ik heb er ook nooit met anderen over gesproken, dus mogelijk gezichtsverlies was ook niet aan de orde.
Maar toch wordt er al maanden lang campagne gevoerd. Nooit heb ik iets van hemzelf gehoord, praten was niet nodig, want ‘Het staat zo duidelijk in je email. Wat valt er dan nog te praten?’ Maar tegenover anderen geldt dat opeens niet. Dan blijkt hij opeens helemaal niet te begrijpen waarom ik hem uit mijn leven heb verbannen. Regelmatig word ik nog aangesproken door een bekende met: ‘Zeg, wat heb ik nu gehoord?’
Ook al heeft iedereen daar de beste bedoelingen mee, het vuurtje begint daardoor steeds verder op te laaien. Want ik word zo gedwongen om me te verdedigen, door dingen te vertellen die ik veel liever voor mezelf had gehouden. Nog steeds probeer ik discreet te blijven en houd ik de ergste schandaaltjes voor mezelf. Maar als dit zo doorgaat dan houd ik dat ook niet meer vol, en gooi ik alles eruit dat mij in de loop van de tijd is toevertrouwd. En dan ‘breekt pas echt de pleuris uit’, zoals we dat vroeger in Amsterdam plachten te zeggen. Ik heb al een post geschreven, die ik twee keer heb geplaatst en twee keer weer heb verwijderd omdat de inhoud me zelf tegen de borst stuit, maar als ik me nog één keer moet verdedigen dan plaats ik hem weer terug; en waarschijnlijk in een nog iets uitgebreidere vorm.

Het vervelende is dat hierdoor bijna niemand nog oprecht lijkt. Overal worden spelletjes, toneelstukjes van gemaakt. De belastingdienst doet het, mijn ex-vriend doet het. Het WMO loket gaat het ongetwijfeld proberen. De kranten staan er vol mee, en het doet me allemaal veel te veel denken aan mijn verleden. Dat is nog het ergste, daarom zit het me allemaal nog het meest dwars. Slim en doortrapt doen is de nieuwe ‘oprechtheid’, en iedere dag zien we in de media nieuwe manieren om de techniek te verfijnen. Neem alleen al die Brexit affaire, waardoor Groot-Brittannië in een soort bananenrepubliek lijkt te zijn veranderd.
Wat is er in vredesnaam gebeurd met die legendarische flegmatieke  stiff upper lip, waar ik het grootste deel van mijn leven zo jaloers op ben geweest?

Dat ik me sombertjes voel, komt grotendeels door de onverwachte ruis van buitenaf. Thuis, als ik lekker bezig ben met lezen, leren, of films maken, voel ik me veilig en gelukkig, en ook als ik alleen of in gezelschap door Amsterdam loop of sukkel, dan ben ik in mijn element. Maar zodra ik foute prikkels krijg ‘word ik onder water getrokken’, zoals Coby dat noemde. Ook al zijn het er goed beschouwd maar een paar; die foute mensen roepen het hardst om aandacht en lijken daardoor, net als de schreeuwers in de media, de meerderheid te vertegenwoordigen. Zeker als je alleen bent is het heel makkelijk om daardoor een vertekend wereldbeeld te krijgen.

Hoewel het allemaal zo negatief klinkt, moet ik me vooral realiseren wat ik heb en wie ik allemaal heb. Vergeleken met het grootste deel van de wereldbevolking ben ik een ongelooflijke mazzelaar. Ik voel me ook knettergelukkig, al kost me het af en toe moeite om dat vol te houden, door die voortdurende ruis en die stroom van tegenslagjes, maar ook omdat geluk zo vaak automatisch wordt gekoppeld aan schuldgevoel, ‘Hoe kan ik me nu gelukkig voelen? Mijn lief is dood.’