De reiswereld jubelt. De omzet overtreft alle verwachtingen, de reizen zijn niet aan te slepen.
Na al die ellende hebben we recht op ontspanning. (Behalve artsen en verpleegkundigen dan, want die moeten gewoon zorgen dat er een plekje voor ons beschikbaar blijft, voor als we toevallig ziek worden. En als dat te veel gevraagd is, dan moeten ze bij Rutte zijn, niet bij ons. Zeikers.)
Voor de bookingssites staan kilometerslange rijen virtuele klanten elkaar te verdringen om nog maar een reisje in de wacht te kunnen slepen. Liefst een verre reis, hoe verder hoe beter. We eisen exclusief. Exclusief begint weliswaar zeldzaam te worden, maar dat is een probleem voor het reisbureau.
Exclusief en ongerept bij voorkeur zodat we na terugkomst achteloos zoiets kunnen laten vallen als: “O, wij hebben dit jaar een maandje doorgebracht op Waitangi. Dat ken je niet? Haha, dat komt vaker voor. Floortje had er ook nog nooit van gehoord. Op de terugweg hebben we nog even aangelegd in Invercargill want daar is een heel leuk restaurantje dat nog authentiek Maori kookt. Alleen hebben ze het mensenvlees vervangen door varken. Was allemaal erg interessant.” (Dat zal ze leren. Die snoevers met hun reis naar Patagonië vorig jaar. Wat zij kunnen, dat kunnen wij beter).
De opgewekte reactie van een deskundige: “Ja, steeds meer mensen beginnen in te zien dat er nog zo veel plekken zijn waar het veiliger is dan hier.”
Dat zal niet lang meer duren als het aan ons ligt. En dan gaan de bewoners van die laatste paar plekken ook naar de IC. Wat nou Corona!!!