
Geüpdatet 13-8, 11:30
Vorig jaar heb ik een post over haar geschreven, ‘Een Ode aan een Vrouw met Ballen‘.
Dit is ze, een oprechte vrouw, een vrouw die geen leugens nodig heeft, een vrouw die geen toneelstukjes opvoert, die geen lasterpraatjes verspreidt, die zich nooit verschuilt achter orakeltaal, die geen boekhoudingen oppimpt ter meerdere eer en glorie van zichzelf, die geen gekrijs nodig heeft om haar argumenten kracht bij te zetten, en die niet met wild-west verhalen naar rechters rent voor wanhopige pogingen een gelijk te halen dat ze niet heeft. Een vrouw die het leven heel goed aankan zonder ‘slimme plannetjes’.
Ze is een mens van ‘geen woorden, maar daden’. Ze bluft niet, ze snoeft niet, ze doet, zonder er veel woorden aan vuil te maken.
Want ze is een vrouw die, ondanks haar handicap met volle kracht geniet van haar leven en die weer een tomeloze energie heeft. Ze wilde perse staand haar jawoord geven, en dat is gelukt.
Zie wat ze daarvoor heeft moeten doen. Ik wist dat ze die dag een brace droeg, maar pas door het lezen van het artikel dat ik vandaag van haar kreeg, besefte ik dat het veel méér dan een simpele brace was; het was een compleet uitwendig skelet dat op maat voor haar gemaakt is.
Dan besef je weer dat er in dat bescheiden, kwetsbare lichaam een karakter van roestvrij staal zit. Wat een verschil met die slappe happen van vroeger die alleen met grote bekken de moeite namen om zichzelf eigenschappen toe te eigenen die ze helemaal niet bezaten. Lege blufkikkers die, als ze weer eens op hun bek gingen, niets anders wisten te bedenken dan iemand anders daar de schuld van te geven.
En zo stuntelden ze al struikelend hun hele leven voort, van het ene spectaculaire zakelijke waanidee in het volgende tot mislukken gedoemde debiele plan, terwijl ze tussen de bedrijvigheden door nog kans zagen om argeloze voorbijgangers met onnozele adviezen de financiële afgrond in te jagen.
En dat allemaal terwijl het publiek vol aanbidding al die spektakelstukken gadesloeg. Zelfs toen ze door dat gestuntel uiteindelijk languit op hun platte bek in een Pipo-wagen lazerden.
Gelukkig zijn er ook andere mensen. Mensen als deze vrouw. En deze vrouw mag ik zomaar mijn hartsvriendin noemen, mijn soulmate; één van de vrouwen die het leven nog steeds de moeite méér dan waard maken. Echte vrouwen met een hart in plaats van een zakjapanner.