Geupdatet 26 november 2021, 13:00

Terwijl ik de aangifte tegen Willem Engerd aan het ondertekenen was, schoot me onverwacht iets te binnen waarvan ik in eerste instantie helemaal niet begreep waarom dat gebeurde.
Maar uiteindelijk viel het kwartje. Als die aangifte succes heeft wordt Willempie voor de rechter gesleept, eindelijk. Trefwoord: procedure, of ‘procedure’ misschien.

Dat trefwoord voerde me terug naar die andere procedures, die ‘procedures’ waarover ze helemaal niet boos zijn, want daar ‘staan ze buiten’, daar ‘hebben ze niets mee te maken’. Zo werd mij 5 jaar geleden bezworen.
Hun boosheid ging en gaat alleen maar over ‘de lelijke dingen’ die ik allemaal sinds 2009 op mijn weblog heb geplaatst.
Waar haal ik het lef vandaan om zomaar over mensen te schrijven wat ik van hun slappe houding vind? Ben ik nou helemaal gek geworden?  Neem nou alleen even dit stukje bijvoorbeeld; hoe durf ik dit te schrijven? Schandalig gewoonweg. Gore hufter, smerig mannetje.
Vooruit, ik zal haar één keer op haar woord geloven. Doe ik anders nooit, maar iedereen heeft weleens een momentje van onoplettendheid. Of een inzinking. Weet ik het? Moet ik alles weten?

Maar dat zou dan betekenen dat ze in 2006 nog geen enkele reden hadden om boos op me te zijn. Toch? Of zie ik iets over het hoofd?
Waarom werd ik dan bij de uitvaart van mijn vader in juli 2006 aangekeken alsof ik een rottende kakkerlak was? Althans tijdens het condoleren. Wat ongeveer een kwart seconde duurde. Daarna leken we helemaal niet meer te bestaan.
Ná die kwart seconde ging hun onverdeelde aandacht direct weer naar hun èchte familie. De familie die hun moeder ervan overtuigde om absoluut niet akkoord te gaan met de overeengekomen riante alimentatieregeling.
Want met een beetje creatief acteerwerk en met een beetje gefriemel in de administratie zouden  er honderdduizenden euro’s méér te halen zijn, werd haar beloofd.
Stel je dat eens voor: HoNdErDdUiZeNdEn EuRo’s, zomaar cadeau. Uurtje sjoemelen, beetje spelen, zeg maar creatief met getallen, en daarna nog een beetje charmant doen om de creaties aan de man te brengen. Of eigenlijk aan de mannen. Meervoud, want het waren er nogal wat die overtuigd zouden moeten worden.
Maar dat hoefde ze niet zelf te doen. Zou allemaal worden geregeld, inclusief het toneelspel. Appeltje-eitje, of kat in het bakkie, zeiden we vroeger.
Een flinke klodder make-up (oké, een flinke emmer make-up), een beetje hulpeloos babbelen (makkie), af en toe onderbroken door een snikje of een wanhopig blikje (zo ongeveer als in de eerste zwart-wit films). Laat dat maar aan mij over, dat regel ik wel. Wees maar niet bang.
Toen ik het hoorde, dacht ik nog: “Oei! Als dat maar goed gaat.”

En ja hoor, het ging goed; het beloofde toneelstukje en het administratieve gefriemel mislukten beide traditiegetrouw hopeloos, en toen was er opeens niets meer. Geen honderdduizenden euro’s en ook geen riante alimentatie.
Zoveelste geslaagde verdwijntruc. Die gingen altijd goed; als ze daar hun vak van hadden gemaakt, dan zouden ze schathemelrijk zijn geworden. Als die poen tenminste ook niet zomaar zou zijn verdwenen. Want dat is dan wel weer een dingetje om bezorgd om te zijn. Niet helemaal alles moet natuurlijk verdwijnen.

Maar gelukkig werd de soap-aflevering waarin de schuld voor die flaters bij anderen werd gedeponeerd, wèl een eclatant succes. Het ‘bleek allemaal de schuld van de accountant en van de advocaat te zijn geweest’.
Dat was ècht de allerbeste aflevering ever. Die had ècht helemaal niemand zien aankomen. Ik niet en zijzelf waarschijnlijk ook niet. De advocaat en de accountant! Geniaal, en eigenlijk zo logisch. Misschien zagen we dat daardoor wel niet aankomen. Ik zat op het puntje van mijn stoel en ik heb waarschijnlijk 10 minuten mijn adem ingehouden. Wat een spannende aflevering was dat, zeg. Ongeloooooflijk. Ik kijk hem nog steeds regelmatig terug.

En aldus kwamen met enige moeite ego’tjes, vijandschap  en vooral vriendschap gelukkig toch nog ongeschonden uit de strijd.

Ikke niet begrijp.