Voor de steeds schaarser wordende bezoekers uit dat vorige (nu laat ik even een paar woorden weg om te voorkomen dat ze de rest van dit feestelijke nieuws van pure woede zullen missen) leven heb ik ook goed nieuws te melden, feestelijk zelfs. Vertelt het verder!
Ik heb een persoonlijk record gebroken. ‘Is dat nou zo spectaculair?’ zal de eerste teleurstellende reactie zijn, durf ik te wedden. Maar lees door, het is het waard!
Tot nu stond mijn persoonlijk record op een vingertop die ergens in het midden van de negentiger jaren geplet werd door een stalen schuifdeur. De smeuiige details: het was zo’n stalen kantoorkast met een roldeur die bij het sluiten in een u-vormig profiel valt en daar met een verende haak in wordt vastgezet. De top van mijn linker middelvinger zat vol in dat u-profiel en de haak hield de deur stevig op zijn plaats. Dat was volop genieten, zeker toen de deur werd geopend en de bloedstroom weer op gang kwam.
De tweede plaats was voor een doorn die, bij het van uitlaten de hond, het nodig vond om een kras van een milimeter of 2 diep over de volle breedte van mijn linker oog te kerven, die in de uren daarna flink begon te ontsteken.
Een goede derde plaats was voor het gebroken kuitbeen van drie jaar geleden, waar ik vier dagen op heb doorgelopen omdat de vervangende huisarts niet meer dan een zwelling constateerde.
De daarop volgende plekken op de lijst met pijnlijke verwondingen worden ingenomen door een paar armbreuken, wortelkanaalontstekingen in bijna al mijn kiezen en andere ongemakken die de moeite van het vermelden nauwelijks waard zijn, maar die ik desalniettemin toch wèl vermeld omdat ik eventuele bezoekers van ‘vroeger’ een beetje feestelijk begin van het weekend gun. Zo ben ik dan ook wel weer.
Zijn we klaar voor het grote nieuws? Neem anders eerst een kop koffie.
Al die pijnen zinken helemaal in het niet, vergeleken met wat ik nu voel. In mijn rug heb ik een gevoel of er 5 of 6 kiezen met ontstoken wortelkanalen op een rij zitten. Daarboven lijken spijkers in mijn ruggengraat te zijn getimmerd in een rij die doorloopt tot in mijn achterhoofd, met uitstralende pijn tot in mijn ellebogen.
Mijn benen voelen aan of er gewichten van 150 kg aan zijn gehangen met behulp van schroeven die aan alle kanten in de spieren zijn gedraaid.
Lopen is nagenoeg onmogelijk, zodat ik weinig anders kan doen dan stil achter mijn laptop zitten genieten van al die ervaringen.
Lezen lukt niet omdat mijn aandacht voortdurend wordt opgeëist door scheuten. Is dat goed nieuws of niet? In gedachten kan ik het gejubel door het bos horen schallen: ‘Furdiendu loan, feulu gleupurt.’
Schrijven lukt gelukkig wèl, dus dat is dan weer wat minder goed nieuws voor sommige volgers; en ook krijg ik weer bezoek en aandacht genoeg.
Ik zou het bijna vergeten te melden: de laatste epidurale injectie heeft nauwelijks effect gehad. De pijn wordt integendeel nog steeds iedere week erger. Maandag word ik hopelijk opgebeld voor twee bezoeken aan de pijnpoli, voor twee zenuwblokkades. Google kan je uitleggen wat dat inhoudt.
Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat er veel ergere dingen zijn. Als ik aan kindjes met kanker denk, waar mijn Mens Nummer 1 dagelijks mee te maken heeft, of aan al die stakkers die hun leven wagen (of verliezen) in al die malle oorlogen die wereldwijd worden opgevoerd, en die als ze erin slagen om te ontsnappen, hier warm welkom worden geheten door opportunistische haatzaaiers, wat stelt pijn dan voor?
En mijn aller-aller-allerergste pijn zou ik bijna vergeten, maar dat is natuurlijk nog steeds de pijn in mijn ziel om het verlies van mijn andere helft.
Die pijn voel ik nog steeds dagelijks, maar die is zo’n normaal onderdeel van mijn leven geworden dat ik eraan gewend ben. Je leert ermee leven.
En als het daarmee lukt, dan lukt het zeker met lichamelijke pijn.
Maar vertel dat alsjeblieft niet tegen Hans & Grietje in het Enge Bos. Vertel Hans alleen maar dat ik verrek van de pijn. Dan heeft hij nòg iets leuks om aan te denken, naast het vooruitzicht op de naderende lente. Want als je een hele winter opgesloten hebt gezeten in een Pipo-wagen zonder wielen, dan kun je wel een oppepper gebruiken.