Vandaag kregen we het bericht dat Hans is overleden, hij is 58 jaar geworden en is 4 jaar ziek geweest. Ik kan er niets aan doen maar als ik zoiets hoor denk ik… dat kan mij ook gebeuren. Alle mensen met kanker vechten voor hun leven, maar sommige verliezen nu eenmaal. Het is zo triest voor de mensen die achterblijven.

Na zo’n bericht komt de buikpijn weer extra hard aan, maar de 17 februari gaan ze aan de slag, ik wil beter worden.

De pijn valt gelukkig mee vandaag. Ik had zelfs een heerlijke dag; Sem, de oudste kabouter van de overkant, kwam onverwacht op bezoek.
Die armpjes om je nek, zo’n knulletje lekker tegen je aan voelen en zoenen, daar kan geen medicijn tegenop. We hebben samen naar Roodkapje gekeken en Kwartet gespeeld, al moest hij me wel de spelregels uitleggen.

We hebben ontzettend veel reacties gekregen op deze site, de meeste heel lief, zoals “meid, ik weet niet wat ik moet zeggen”, of “wat goed dat jullie het zo mooi onder woorden weten te brengen”. Maar ik kreeg ook een paar keer te horen dat het schokkend was of dat iemand het niet kon opbrengen om alles te lezen. Daar kan ik ook niets aan doen.

Kanker is nu eenmaal een schokkende rot ziekte. Het confronteert je met je sterfelijkheid. We gaan allemaal dood, maar niemand rekent erop dat dat op korte termijn gebeurt, totdat een dokter je vriendelijk aankijkt en je vertelt dat de kans niet heel erg groot is dat je over 5 jaar nog leeft. “Maar we doen er alles aan om u gezond te maken”.
Dat zet je met 2 benen op de grond; dan weet je opeens weer wat echt belangrijk is in dit leven. Het leven zelf en niets anders.
Huizen, ruzies, procedures, auto’s, geld en zelfs vakanties naar Benidorm stellen opeens helemaal niets meer voor.