Bij de computer is een opvoeding niet nodig, want hij heeft geen handjes om dingen mee van de tafel te trekken en we nemen hem ook niet mee op verjaarsvisite, dus goede manieren zijn niet aan hem besteed. Bovendien heeft een computer geen benul van goed of kwaad. Hij doet alleen maar wat we hem geleerd hebben. Als we een ongemanierde computer willen, dan zullen we een ongemanierd programma moeten schrijven.

Een pas geboren computertje weet nog bijna niets. Hij kan niet rekenen, heeft geen verstand van geschiedenis, kan niet surfen op het internet. Het enige dat hij kan is stroom verbruiken, klok kijken, en lezen; niet gewoon letters lezen, hij kan stippeltjes lezen, een soort morsetaal voor computers. Die basiskennis hebben wij, mensen, hem ingegeven toen wij hem schiepen. Verder kan een klein computertje nauwelijks iets, behalve aandacht vragen. Als hij iets niet leuk vindt, dan heeft hij een schermpje waarmee hij om hulp kan roepen. Dat scherm voorziet precies in de behoefte. Het heeft precies de kleurtoon, verzadiging en helderheid die nodig is om de boodschap duidelijk, maar niet hinderlijk, over te brengen.

Met een vers mensje gaat het ongeveer het zelfde. Een pas geworpen mensenkuikentje kan ook nog niets, niet rekenen, heeft geen verstand van geschiedenis, kan niet surfen op het internet. Het enige wat een nieuw mensje kan is adem halen, bloed rond pompen, en melk omzetten in celletjes, beweginkjes en vooral veel poep. Over wie die basiskennis in dat kleine mensje heeft gestopt, verschillen de meningen. Verder kan een klein mensje nauwelijks iets, behalve aandacht vragen. Als hij iets niet leuk vindt, dan heeft hij een luidspreker waarmee hij om hulp kan roepen. Bij die luidspreker is in de ontwerpfase iets niet goed gegaan. Die produceert aanzienlijk meer decibellen dan prettig is in de bescheiden ruimte waar wij verse mensjes opslaan, en ook nog eens van een totaal verkeerde toonhoogte.

Maar goed, de aankoop is gedaan, of de vrucht is gevallen. En daar sta je dan met een vers digitaal apparaat  op je bureau of met een analoog apparaat in je armen. Het functioneert een beetje, maar het IQ staat nog op nul. Het geheugen is nog leeg, en om dat ding aan de gang te krijgen zul je er eerst meer informatie in moeten proppen. Want het is niet de bedoeling dat die computer jaar in jaar uit met die cursor op een verder leeg scherm naar je blijft knipperen; het ding zal zich nuttig moeten maken voor de maatschappij, en dat zelfde geldt voor dat verse kuiken. Leren moeten ze, allebei. De freggel moet worden opgeleid en opgevoed en de computer moet worden geprogrammeerd. Maar dat komt op het zelfde neer.

Daar merken we direct het verschil tussen het stomme apparaat en het intelligente wezen. Bij de computer is een opvoeding niet nodig, want hij heeft geen handjes om dingen mee van de tafel te trekken en we nemen hem ook niet mee op verjaarsvisite, dus goede manieren zijn niet aan hem besteed. Bovendien heeft een computer geen benul van goed of kwaad. Hij doet alleen maar wat we hem geleerd hebben. Als we een ongemanierde computer willen, dan zullen we een ongemanierd programma moeten schrijven.

Om te leren hoeft een computer de deur niet uit. De kennis die we van hem verwachten, hebben we met een vooruitziende blik al meteen aangeschaft. De carrière van de computer ligt er op een stapeltje naast. Keurig op schijfjes die je alleen maar in een daarvoor bestemde gleuf hoeft te duwen. Binnen enkele uren, een paar koppen koffie of borrels, een flink aantal vloeken en zuchten, is de opleiding van de computer voltooid.

Vanaf dat moment kan hij alles wat je van hem verwacht. Geografie, astronomie, schaken, wiskunde, natuurkunde, surfen op het internet, muziek afspelen, films vertonen. En hij haalt direct moeiteloos vette voldoendes voor alle vakken. De eerste computer die zakt voor een examen moet nog worden geboren. En hij weet het allemaal nog leesbaar op te schrijven ook. Mocht je nog meer eisen hebben, dan koop je er nog een schijfje bij voor een paar tientjes.

Vergelijk dat eens met die larf, zoals Midas Dekkers het noemt,  in je armen. Het maken was leuk. Althans dat hoop ik voor je.

Maar de ontwerpfouten vallen meteen op. De uitvoering is zóóóóó hopeloos prehistorisch. Als je even niet wilt worden lastig gevallen door emails of Facebook meldingen dan kun je je computer tijdelijk op non-actief zetten. Die mogelijkheid bestaat niet bij freggels. Een standby schakelaar is er wel, maar de enige die hem kan bedienen is het kuiken zelf. Hij bepaalt zelf wel wanneer hij in de slaapstand gaat. Zelfs een eenvoudige reset knop waarmee je de meest recalcitrante PC tot rust kunt brengen, ontbreekt. Verder is het geval uitgevoerd met een primitief analoog mono audiosysteem, waaraan zelfs een volumeregeling ontbreekt. Dat belooft wat. Wat we nog meer missen is een toetsenbord, geheugensloten, uitbreidingssloten, een DVD of Blu-ray speler, zelfs een USB aansluiting ontbreekt.

Daarom kost het programmeren van een nieuw mensje vele jaren, een eindeloos geduld en niet te vergeten heel veel geld. Kennis installeren doe je niet even van een schijf of van het internet. Ieder stukje informatie moet woord voor woord, letter voor letter via ogen of oren in de geheugencellen worden gegoten. Heel langzaam, om lekken te voorkomen. Het zijn allebei analoge zintuigen die bedoeld zijn om waarnemingen door te geven met de snelheid waarin die waarnemingen plaats vinden. “Hé, ik hoor een sirene”, of “kijk uit, een afstapje”, “dat is de nieuwe hond van de buren”. Daarna wordt die informatie nog verwerkt en beoordeeld. Vervolgens wordt besloten of die informatie directe maatregelen vereist, door sensatiebelust achter de sirene aan te gaan, of voorzichtig te zijn bij het afstapje. In dat geval kan de informatie ook meteen weer worden verwijderd. Maar stel dat die nieuwe hond van de buren direct zijn tanden in je been zet, dan sla je die informatie graag op om herhaling te voorkomen. Dat kost allemaal tijd en gebeurt via allerlei ingewikkelde omwegen. Onze hersens zijn met de tijd meegegaan, maar de invoerapparatuur is zwaar verouderd. Die werkt nog met een constante snelheid zoals een ouderwetse cassetterecorder, terwijl we een computer van informatie kunnen voeden met een oneindige versnelling.

Misschien moeten we de schepper om een update vragen. Al is het om te beginnen alleen maar een WiFi adapter, of een USB aansluiting om een stick met onmisbare kennis in te kunnen steken. En dan rechtstreeks zonder omwegen en zonder snelheidsbegrenzng de geheugencellen in.
Dan kunnen de kinderen bij het ontbijt even een vreemd taaltje installeren, of zo. Een doctoraal interne geneeskunde in 15 minuten? De scholen kunnen dicht, de onderwijzers krijgen de rust die ze zo hard nodig hebben, en Den Haag houdt zestig miljard euro per jaar over, schat ik.