Zo, het hoge woord is eruit. Kennen mijn lezertjes dat gevoel ook? Zijn jullie bang voor corona? En bespaar me alsjeblieft Oud-Hollands geleuter als “Nee, nee, bang ben ik niet, maar ik ben wel heel voorzichtig.”
Angst is een emotie, voorzichtigheid niet. Je doet niet gewoon ‘zomaar’ voorzichtig omdat je er toevallig zin in hebt. Voorzichtigheid is een houding, waarmee je iets probeert te voorkomen. Als je probeert iets te voorkomen dan doe je dat omdat je er bang voor bent. Bovendien, wie zó redeneert denkt uitsluitend aan zijn eigen gezondheid. En natuurlijk denk ik ook aan mezelf, maar niet uitsluitend, integendeel.
Vanzelfsprekend ben ik bang om zelf besmet te raken. Nu ben ik net van de laatste ellende af, mijn hele verleden is netjes afgesloten, en ik ben ruisvrij klaar voor de toekomst. Plannen zijn er ook weer en dan zal ik wéér geveld worden, maar dit keer niet tijdelijk maar tot in alle eeuwigheid. En dan nog door zo’n lullig micro-organisme dat intellectueel nog niet in de schaduw van mijn schaamhaar kan staan.
Maar is dat het enige? Nee, natuurlijk niet. De angst voor mijn eigen gezondheid is bijzaak. Hoe graag ik ook wil blijven leven, hoe graag ik ook nog iets wil presteren, ik ben in de eerste plaats doodsbang voor al mijn dierbaren, en ook voor de rest van de wereld. Zelf wil ik niet dood, zelf wil ik niet ziek worden, maar ik moet er al helemaal niet aan denken dat iemand uit mijn geliefde omgeving ziek wordt, of erger. Dan zou ik er echt de brui aan geven. Dan zou ik geen gram energie meer kunnen steken in mijn toekomst. Ik zou wegkwijnen tot de dood erop volgt.
Maar goddank, goddank, goddank (of ik nu wel geloof of niet) is die kans niet heel erg groot. Ik heb wel een paar ‘bejaarde’ dierbaren, maar het overgrote deel van mijn omgeving is jonger dan 50 jaar. En hun kinderen, om wie ik nog bezorgder ben, zijn jonger dan 20 jaar. En gelukkig eet Corona het liefst oud mensenvlees. Oud mensenvlees is minder weerbaar en waarschijnlijk makkelijker te kauwen door dat kleine gluiperdje.
Van mijn dierbaren kan ik alleen maar hopen dat ze voorzichtig doen en dat ze gezond blijven, en erop vertrouwen dat hun weerstand groot genoeg is. en me realiseren dat hun kansen veel beter zijn dan die van mezelf. Ik zit in de doelgroep van Corona en heb ‘onderliggende kwalen’. De kans dat ik een eventuele besmetting veilig doorsta is niet groot. En drie jaar geleden heb ik al een streptokokken longontsteking overleefd waarvan de overlevingskans aanzienlijk kleiner was dat die van corona (10% sterfte tegen 5% voor corona, en ook die slachtoffers waren allemaal van mijn lichting). Je moet de ‘goden niet blijven verzoeken’, want vroeg of laat laten ze je in de steek.
Dus zal ik bloedvoorzichtig moeten zijn. Ik leef in absolute quarantaine. Niemand komt mijn huis in. Ook mijn huishoudelijke hulp, hoe veel waardering ook heb voor haar werk en vooral voor haar als mens, heb ik afgezegd. Niemand komt nog in mijn buurt. Die anderhalve meter regel, die zegt mij helemaal niets. Zo’n gebod is me veel te vaag. Daarmee wordt bewegen een soort schuifpuzzel, zeker binnenshuis. O, ze komt in mijn richting, waar kan ik heen? Een grote boog rechtsom dan maar. Maar daar is ze net geweest. Hoe lang blijft ‘het’ binnenshuis eigenlijk hangen? Ook weten we intussen dat corona urenlang op oppervlakken kan overleven. Als mijn huishoudelijk hulp het aanrecht schoonmaakt, bestaat dus het risico dat dat brandschone aanrechtblad daarna wordt bevolkt door virusjes.
Want hoe weet ik dat mijn hulp gezond is? Huishoudelijke hulpen een soort als honingbijen die iedere dag van huis naar huis vliegen, zonder enige bescherming, en zonder zekerheid dat alle cliënten gezond zijn. Cliënten die allemaal horen bij de corona doelgroep, allemaal aspirant leden van de corona club. Aangepaste protocollen zijn er niet opgesteld voor de hulp, heb ik door navraag geleerd. Het houdt op bij: ‘Let op of een cliënt ziekteverschijnselen vertoont. Zo ja, ren dan voor je leven. Zo niet, ga dan maar gewoon aan het werk. En trek iedere dag schone kleren aan.’ Zelfs gebruik van handschoenen wordt niet nodig gevonden, wat ik zelf als het absolute minimale preventiemiddel beschouw.
Wat corona zo eng maakt, is dat iedereen die je tegenkomt je moordenaar kan zijn, vriend of vijand. Iedere knuffel met een dierbare kan je laatste zijn, iedere ontmoeting met een vreemde kan fatale gevolgen hebben. Tenzij je binnen blijft, is je gezondheid afhankelijk van de gezondheid van iedereen die binnen handbereik komt. Ik neem geen risico en blijf dus binnen. Ik doe pas boodschappen als ik er echt niet onderuit kom, en ga dan op een ‘veilige tijd’, het ‘bejaardenuurtje’ vóór AH officieel opent gaat. Afgelopen vrijdagochtend heb ik boodschappen gedaan om tien voor half acht, een voor mij onmenselijke tijd, maar de veiligste tijd. Om acht uur mag iedereen naar binnen, dus dan moet ik klaar zijn. Maar zeven uur is weer te vroeg want dan staan alle oudjes voor de deur klaar om de zaak te bestormen. Schatte ik in, en dat klopte ook, want nu waren er maar drie anderen tegelijk met mij aan het winkelen. En dan is ontwijken niet moeilijk.
Hoe absurd is het om van boodschappen een wetenschap te moeten maken omdat het anders je leven kan kosten? Jullie mogen wat mij betreft over de grond rollen van het lachen, maar het komt door dit soort slordigheden dat de Intensive Care afdelingen van alle ziekenhuizen nu verstopt dreigen te raken. Als iedereen vanaf nu binnen zou blijven, op een veilige afstand van andere huisgenoten, dan zouden we over een maand verlost zijn van het probleem. Maar helaas is dat niet uitvoerbaar.
Voorlopig ben ik veilig, want voedsel heb ik voor weken in huis, misschien zelfs wel voor maanden. Eind van de week is de melk op. Misschien stap ik dan over op thee en koffie, of misschien laat ik boodschappen bezorgen. Maar of ik zelf nog naar de winkel ga, dat betwijfel ik. De situatie wordt er niet beter op, en waarom zou ik mijn leven riskeren voor een pak melk? Als de wijn of de whisky op raken, dan wordt het een ander verhaal natuurlijk.