Ik ben voor de zoveelste keer mijn bovenverdieping aan het opruimen. Daar staan nog steeds dozen waarvan ik niet weet wat ik ermee moet doen. Een doos met foto's bijvoorbeeld, waarover ik me heb ontfermd na het overlijden van mijn ouders.  Die zou ik uitzoeken en in drie porties verdelen.

Ik ben voor de zoveelste keer mijn bovenverdieping aan het opruimen. Daar staan nog steeds dozen waarvan ik niet weet wat ik ermee moet doen. Een doos met foto’s bijvoorbeeld, waarover ik me heb ontfermd na het overlijden van mijn ouders.
Die zou ik uitzoeken en in drie porties verdelen. Intussen zou mijn broer de financiële kant afwerken. Zodra hij daarmee klaar was, zou ik een uitnodiging ontvangen voor een verdeling van het geld en van de foto’s.
We zijn nu 13 jaar verder en ik begin enigszins te betwijfelen of die uitnodiging ooit nog komt.

Daarom plaats ik een selectie van die foto’s maar hier. Dan ben ik in ieder mijn aandeel van de afspraak min of meer nagekomen.
Ik had eigenlijk nog een hatelijke opmerking willen toevoegen, over ‘grabbelen’ en ‘ervaring’ en zo, maar ik heb daar geen zin in. Ik begin, vrees ik, last te krijgen van ouderdomsverschijnselen, zoals milde buien.

Deze foto’s zijn van onze vakantie naar de Franse Rivièra in de eerste twee weken van augustus 1952. Met 6 personen, tent, slaapgerei en kleding in een Dyna Panhard van 3,82 meter lang.

[huge_it_slider id=”15″]