Het contrast tussen de beelden uit India en het gekrakeel van de stupiditeit toont het grote nadeel van het internet weer, met de social media in de hoofdrol. Iedereen kan verslaggever spelen, of politicoloog, viroloog.

Er worden, gloeiende, gloeiende via de WOB op hoge toon, ‘bewijzen voor het bestaan van Covid-19’ geëist.

Misschien ligt hier nog een taak voor mijn familieleden, die ongetwijfeld fan zijn van alle corona-maatregelenbestrijders. Ik hoor het ze krijsen: “Tis toch belachuluk, ze hellepu de helu maatschappij om zeep voor een poar bejoarde.”
Gelukkig weten we dat het een bescheiden minderheid is; die enge man die net als Wilders roeptoetert dat hij het hele volk vertegenwoordigt, heeft niet meer dan een paar duizend volgers op Twitter. En daar zal ongetwijfeld een fiks aantal trollen bij zitten. Maar het probleem is nog steeds dat juist die schertsfiguren alle aandacht van de media krijgen.

En dan doen wij hier inmiddels, alweer onder druk van de massa, gesubsidieerde fieldlabs, want we hebben nu, na al die ellende, toch echt weleens recht op een beetje ontspanning. Hedonisme van een tot in de afgrond verwend rot volk.

Als we een beetje menselijkheid hadden gehad, dan zouden we het geld van die fieldlabs gebruiken om zuurstof naar de stikkende Indiërs te sturen.

Als ik zelf die beelden zie van de situatie in India, dan kan ik alleen maar janken. Met de leeftijd komt ook sentimentaliteit.