
Gewijzigd 20 juli, 8:00 uur
Ik heb geen idee of ik opa ben en ik voel me ook geen opa. Mijn lichaam is er oud genoeg voor maar mijn geest is er nog lang niet aan toe. Maar ook zonder dat gevoel ben ik lid van de Grijze Garde. Ook al ben ik een relatief jong lid en zeker geen actief lid, als soortnaam is “opa” voor mezelf op zijn plaats als ik het over de vergrijzing heb.
In ieder geval weet ik nu dat opa’s in ziekenhuizen geen wegwerpartikelen zijn; we worden niet anders behandeld dan de jonkies. Alle registers worden opengetrokken om me weer zo goed mogelijk op de been te krijgen. We leven in een vertroetelmaatschappij. Ook al probeert ogenschijnlijk half Nederland zichzelf wijs te maken dat we allemaal slachtoffers zijn van een klungelende regering en in de steek worden gelaten door “Den Haag”, is het voor mij onmogelijk om een andere conclusie te trekken dan dat Nederland één van de allerbeste landen is om in te wonen, zeker als je een probleemgeval bent. Ruimte voor verbetering is er altijd. De beslissingen van Den Haag zijn goed, hier een daar wat rommelig, omdat er altijd steeds meer kleinigheden worden toegevoegd aan wetten en voorzieningen om mensen te helpen die net op de grens zitten en dus buiten de boot vallen terwijl ze dringend hulp nodig hebben of mensen af te wijzen die binnen de boot vallen terwijl ze helemaal geen hulp nodig hebben. Ieder systeem, hoe goed bedoeld ook, kent slachtoffers en profiteurs.
Waar wèl structureel fouten geworden worden gemaakt in mijn optiek, dat is bij de gemeenten. Die voeren vaak een afpoeierbeleid, zeker als het om zorg gaat. Maar daar kom ik later op terug.
Het was gisteren erg gezellig in het ziekenhuis. Eerst werd ik ontvangen door een co-assistente van een onbekend buitenlands fabrikaat, die begon met het stellen van allerlei vragen over mijn leefstijl, gezondheidstoestand, medicijn- en drankgebruik etc. Daarna werd ik beklopt, betast en moest ik allerhande standen aannemen en oefeningen doen. En onderwijl praatten we over koetjes en kalfjes, hobby’s, en de interessante kanten van het persoonlijke vergrijzingstraject. Iedere leeftijd heeft zijn eigen charmes; en ouderdomsverschijnselen horen bij die charmes en zijn verdraaid interessant. Bevestigen rug- en hartklachten de evolutietheorie van Darwin, passen ze in het scheppingsverhaal, of sluit het één het ander niet uit? Een deze dagen zal ik ook daar dieper op ingaan. Zo zie je maar weer, dat je juist in dit soort omstandigheden stapels onderwerpen in je schoot geworpen krijgt om over te schrijven. Oud worden met lichamelijke problemen houdt je geest jong.
Daarna was de neurologe aan de beurt, met weer wat andere vragen en oefeningen. Ook zij was van het spraakzame en gezellige soort. Daarna werd het tijd voor de algemene beschouwingen. Met ieder een scherm voor ons, begon ze uit te leggen wat er aan de hand is en waar.
Afgezien van de versleten wervels en tussenwervelschijven zijn er drie wervelkanaalvernauwingen, of lumbale stenose’s die pijn veroorzaken en de zenuwen hun werk moeilijk maken.
Opereren kan in theorie, maar het is mogelijk dat een operatie de boel alleen maar verslechtert. Ook kan het zijn dat, als er geopereerd wordt, ik zal moeten kiezen tussen mobiliteit of minder pijn. Wil ik een pijnloos (of minder pijnlijk) leven of wil ik zo goed mogelijk kunnen lopen?
Ik heb drie weken om daar over na te denken, want op 7 augustus heb ik een afspraak met de neurochirurg die alle opties gedetailleerd met me gaat doornemen. Op dit moment neig ik naar minder pijn. Uit ervaring weet ik dat pijn veel meer invloed heeft op je geluk dan minder-validiteit.
Hoe ik die tijd moet doorkomen, dat weet ik nog niet. De pijn wordt weer erger, en het lopen gaat iedere dag slechter. Gisteren ben ik voor het eerst door mijn benen gezakt. Gelukkig was er een bank in de buurt waar ik letterlijk op terug kon vallen, anders was ik in de goot beland; en nog in Lelystad ook. Het toeval heeft soms een bizar gevoel voor humor.
Ik probeer moed te verzamelen om de trein naar Amsterdam te nemen, om even een dagje los te zijn van mijn scherm.
Waarom ik daar moed voor nodig heb?
Uit eigen ervaring weet ik dat, als je in Swifterbant door je benen zakt, de eerste de beste voorbijganger je liefdevol overeind helpt en je naar huis brengt.
Van de kranten heb ik geleerd dat, als hetzelfde je in Amsterdam overkomt, de eerste de beste voorbijganger dankbaar gebruikt maakt van het buitenkansje om je te beroven van je telefoon, portemonnee en eventuele andere kostbaarheden. En als de buit tegenvalt kun je voor straf nog een paar beuken toekrijgen.