Geüpdate zondag 20 juni 3:10
Bijna vijf jaar geleden, na Coby’s overlijden, had ik heel even via email contact met mijn beide nazaten. Met de oudste verliep dat contact bepaald niet aangenaam. Ze was hooghartig, onbeschoft en deinsde zelfs weer niet terug voor grove leugens. Dit verhaal is een ietwat late reactie op één van die leugens, omdat ik me daar de laatste tijd steeds, door oorzaken die niet relevant zijn, heviger aan begon te ergeren.
“Nee hoor, er werd helemaal niet over jou geouwehoerd. Jij bent juist de enige die ouwehoert”.
Eerst even de essentie van het verhaal in het kort, voor eventuele ongeduldige lezers:
Twee keer hadden mijn eerste vrouw en ik tot in details uitgewerkte mondelinge overeenkomsten gesloten over de alimentatie en over de verdeling van de boedel. Beide keren zijn die overeenkomsten vastgelegd in een officieel convenant, klaar voor ondertekening. Na ondertekening hadden we allebei weer verder kunnen gaan met onze levens.
Omdat ik toen nog overliep van zelfverwijten en medelijden was de eerste overeenkomst voor haar veel gunstiger dan waar zij wettelijk recht op had; de tweede afspraak werd gemaakt toen de stemming door de bemoeienissen van buitenstaanders tot ver onder het vriespunt was gedaald, en was daarom ook tot op de komma nauwkeurig precies conform de wettelijke richtlijnen. De tijd van zomaar cadeautjes geven was afgelopen.
Beide keren werd de ondertekening op het laatste moment afgeblazen op aandringen van een stel incapabele nitwits (het is een pleonasme, sorry maar ik kan het niet laten) die zich aan haar hadden opgedrongen als ‘adviseurs’ uit rancune voor een vernedering die zij in die tijd aan het lijden waren in een gevecht dat zij zelf tegen mij aan het voeren waren.
Ik voer mijn lezers mee terug in de tijd om de herinneringen op te frissen:
In 2002 zijn mijn ex en ik uit elkaar gegaan; op mijn initiatief, en helaas op een manier die nu nog het schaamrood naar mijn wangen jaagt.
Het enige excuus dat ik daarvoor heb is dat ik geen ervaring had in dat soort slecht-nieuws gesprekken.
Juist omdat je iemand geen pijn wil doen, maak je er een afschuwelijk pijnlijke toestand van.
Na dat beschamende einde van ‘het vorige leven’ heb ik altijd mijn best gedaan om haar een zo goed en onbezorgd mogelijk leven te bezorgen. Dat dat anders is uitgevallen was niet mijn schuld. Dat was haar eigen keuze, op dringend advies van haar hersendode adviescollege.
Opvallend was dat vanaf het moment dat mijn relatie met Coby aan het licht kwam, ex en ik een tijdlang wèl prettige gesprekken met elkaar konden voeren, dat we open konden zijn tegenover elkaar, over wat we allebei misten in de relatie, over wat we allebei verkeerd hadden gedaan.
En dat wat mij was overkomen, haar ook had kunnen overkomen.
Een relatie gaat niet naar de bliksem omdat iemand zich tussen de partners wringt. Niemand maakt een huwelijk kapot, zoals zo vaak wordt gezegd. Er ontstaat ruimte voor een ander omdat de relatie uit niets anders meer bestaat dan onder één dak leven zonder ook maar iets met elkaar te delen.
Het was een opluchting dat we het er in ieder geval over eens waren dat onze relatie, heel voorzichtig uitgedrukt, een sleur was, en hoe dan ook op het punt stond om in te storten.
Achteraf bezien kregen we na de verhuizing allebei last van een soort lege nest syndroom. We spraken nòg minder met elkaar dan vóór die verhuizing. Wat aan mijn kant natuurlijk nog werd versterkt omdat ik uitgerekend vlak voor de verhuizing Coby leerde kennen.
Wat wij voor elkaar voelden was geen liefde
Maar ook hebben wij achteraf bezien ons hele leven lang nooit echte liefde voor elkaar gevoeld. We leefden altijd zoveel mogelijk langs elkaar heen. In al die 31 jaren deden we nooit iets leuks samen; nooit gingen we samen een dagje weg, of samen uit eten.
Naar Albert Heijn gingen we samen, dat was het enige.
Om ons sociale leven leuk te maken hadden we altijd anderen nodig. Wat dat extra mal maakt, is dat het jezelf niet eens opvalt. Ik was helemaal niet ongelukkig, ik dacht dat het normaal was zoals wij met elkaar omgingen. Iedereen deed dat immers op die manier.
Wat liefde is, hoe je met elkaar hoort om te gaan, dat besefte ik pas toen ik Coby leerde kennen. De hele dag samen willen zijn, dolblij thuiskomen en je in haar armen storten als je een dag niet samen bent geweest, alles met elkaar delen, alles voor elkaar willen doen, dàt zijn maar een paar van de symptomen die ik pas bij Coby leerde kennen. En dat zijn ook de dingen die ik nu nog steeds het meest mis.
De kleinste dingen zijn het kostbaarst, en vormen ook de dierbaarste herinneringen. Ik zou er een hand voor opofferen om nog één keer hand in hand te mogen lopen, of nog één keer op een terrasje samen een biertje te drinken.
Dat ik die symptomen vóór die tijd niet kende, zegt niet alleen iets over mijn eerste relatie, maar ook over onze families en over onze vrienden. Het was de manier waarop iedereen in onze omgeving met elkaar omging.
Onze relatie was niet slechter dan wat we om ons heen zagen. Integendeel zelfs, wij hebben nooit geweld gebruikt en zelfs nooit ruzie gemaakt.
Dat hadden we in de omgeving wel anders meegemaakt. Hysterische krijspartijen en door de lucht vliegend keukengereedschap waren gelukkig geen dagelijkse kost, maar we kunnen ook niet zeggen dat het maar incidenteel gebeurde.
Wat wij voor elkaar voelden was geen liefde maar een vorm van genegenheid, een soort broer-zus gevoel.
We gaven zelfs nadat de bom was gebarsten, nog voldoende om elkaar om op een acceptabele manier uit elkaar te gaan.
De onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden verliepen de eerste maanden dan ook even rustig en even saai als ons huwelijk. We wilden het elkaar niet lastig maken en we gunden elkaar nog iets.
Eigenlijk waren we op de eerste dag al binnen een paar uurtjes klaar met de basis.
Waarom dat evengoed ontaardde in oorlogsgeweld, dat moet het befaamde college, de afgoden van mijn nazaten, bij mij (en waarschijnlijk ook bij een paar advocaten en accountants, waaronder die van henzelf) beter bekend als het hersendode adviescollege, maar uitleggen. Naar eigen zeggen waren zij namelijk de enigen die precies konden vertellen waar ex recht op had. Het is altijd fijn om experts bij de hand te hebben. Zucht.
“U vraagt en wij bewijzen”
Maar goed. Ik neem aan dat de ‘experts’ en de andere geïnteresseerden de vonnissen minutieus hebben bestudeerd, inclusief de motivaties en de berekeningen, en ik hoop dat iedereen daar iets van heeft geleerd. Maar ik heb daar eerlijk gezegd een hard hoofd in.
Want wie na die vernietigende vonnissen nog gewoon gezellig blijft omgaan met dat infantiele tuig, en ze zelfs verdedigt, heeft het allemaal niet heel erg goed in kaart gebracht. Wie dat voor elkaar krijgt heeft weinig tot helemaal niets opgestoken van het leermomentje.
Niemand is volmaakt. Ik ben het zeker niet. Er is zat ruimte voor verbetering, maar als ik aan dat gezelschap denk, dan mag ik mijn handen dicht knijpen over mezelf.
Het is niet zómaar 3-0 geworden in de wedstrijd Ik vs College, terwijl College zich nota bene liet bijstaan door een vrachtwagenlading peperdure experts plus een geweten waar on demand bewijsstukken uit rolden. U vraagt en wij bewijzen.
De waarheid speelde geen rol, evenmin als geld, zeker omdat het, zolang de tent nog niet was overgenomen, nog mijn geld was waarmee de experts werden betaald.
Ja, ik ben op de hoogte van hun eigen onnavolgbare logica: “Eiguluk is ut ons bedrijf, want we hebbu ut werk aangupakt en gemoakt.” Als Albert Heijn niet iedere week al zijn filialen bezoekt, dan mogen de vakkenvullers de zaak gratis overnemen. Want zij hebben immers de zaak opgebouwd?
Daar hadden ze ook de capaciteiten voor, als Cum Laude afgestudeerde Drop-Out’s.
Wat ook duidelijk tot uitdrukking kwam in de jaarstukken van 2003 t/m 2011 die ongehinderd door enige kennis van Moderne Bedrijfsadministratie waren opgesteld.
Vrije-Stijl Boekhouding die in de eerste klas van een Fröbelschool nog geen voldoende zou opleveren.
En dat is niet alleen mijn mening. Want wie de moeite neemt om heel even de schriftelijke discussie tussen hun eigen accountant en mijzelf over die stukken te lezen, begrijpt direct waarom die man zo verschrikkelijk zijn best deed om mij de verantwoordelijkheid voor die jaarstukken aan te smeren.
Dat was niet alleen bedoeld om zijn cliënten te vrijwaren maar nog méér om zijn eigen aansprakelijkheid op mij af te wentelen. Daarom tekende hij ook niet zelf als accountant.
Terwijl hijzelf geregistreerd was als Accountant AA, liet hij de jaarstukken fiatteren door een collega van een ander filiaal. Die collega had dan, indien nodig, zonder zijn ambt te schenden kunnen verklaren dat de jaarstukken zonder zijn controle waren opgesteld op basis van aangeleverde cijfers. Omdat ik de enige met naam genoemde bestuurder was, en omdat ook alleen mijn handtekening op de verslagen te vinden zou zijn, zou ik dus aansprakelijk zijn voor de jaarverslagen en de fiscale gevolgen.
Gelukkig was ik niet achterlijk genoeg om daarin te trappen, want ik durf te wedden dat zij anders zelf de fiscus op mij zouden hebben afgestuurd.
Al tijdens dat allereerste gesprek over de afhandeling van de scheiding beloofde ik ex de helft van mijn inkomen als alimentatie. De bezittingen, de overwaarde van het huis, de banksaldi zouden fifty-fifty verdeeld worden. Ik zou het bedrijf houden want dat had ik nodig om die alimentatie te kunnen betalen. Zij mocht van de boedel meenemen wat ze wilde, en zij mocht de familie- en vriendenkring houden.
Kan het eerlijker? Op papier zetten, tekenen bij het kruisje en doorgaan met leven, had ik verwacht. Het had de allermakkelijkste scheiding aller tijden kunnen zijn, het had de allermakkelijkste scheiding móeten zijn.
Als die incompetente grootmongolen zich er tenminste niet mee hadden bemoeid.
De alimentatie werd berekend door mijn boekhouder. Dat was nota bene háár broer zodat ik ook de kans niet zou krijgen om te sjoemelen, als ik dat had gewild (en dat wilde ik niet).
Is er iemand die gaten kan schieten in dit raamwerk? Kom maar op! Probeer het! Dat zou in ieder geval van enig karakter getuigen, wat iets is dat dat stel lafbekken nooit heeft kunnen opbrengen.
Liever kozen ze allemaal samen voor het stiekeme gefluister in het donker en de ‘slimme plannetjes’. “Als jij nou wacht tot de verkoop rond is, dan sla je daarna toe. Wij zorgen wel voor een kladje dat zogenaamd bewijst hoeveel de zaak waard was op het moment van de scheiding. We vinden vast wel ergens een accountant die daar aan wil meewerken. Dat kladje geef je dan aan je advocaat en die hoeft dan alleen maar daar de helft van te eisen. Gnigni, wedden dat dat lukt? Slim plannetje hè?”
Er zijn altijd idioten die denken dat ze met wat creativiteit alles voor elkaar kunnen krijgen.
Momenteel zien we zoiets met het ‘Bevrijdingsleger van de Corona-terreur’. Dat tuig trekt een carnavalsuniformpje aan en doet dan alsof ze de politie en de zorg vertegenwoordigen. Voor het Recht om Elkaar & Anderen Onbeperkt te Mogen Besmetten.
Zulk schorem zou met wapenstokken de stad uit getimmerd moeten worden.
Liegen en toneelspelen zijn oeroude technieken waar maar zelden iemand succes mee heeft gehad.
Ook die opvoering van het Leger ter Bescherming van de Versmade Vrouw, tevens bekend als Firma List & Bedrog (“Wij Leveren Waarheden op Maat en Verzinnen voor Iedere Oplossing een Probleem”), was vanaf het prille begin gedoemd te mislukken, zoals ik altijd, via mijn blog èn via haar advocaat, heb voorspeld.
Wie denkt met wat slappe verhaaltjes en vage kladjes een legioen advocaten, accountants, rechters en niet te vergeten mij in de maling te kunnen nemen is ongeneeslijk knettergek.
Ik vergeet nog een ‘wapen’ dat werd ingezet, een ‘charme-offensief’, dat werd gevoerd door 120 kg blubberend vet. Godallemachtig, toen ik daarover werd opgebeld door mijn accountant, gleden we allebei gierend van onze stoelen af.
Iedereen wil graag imponeren met wijze raad
Haar broer deed wat hem was gevraagd en leverde keurig alle benodigde berekeningen, allemaal afgerond in haar voordeel, wat ik prima vond want mijn schuldgevoel moest ten slotte worden afgekocht.
Is er iemand dapper genoeg om mij rechtstreeks tegen te spreken? Met echte argumenten, bedoel ik dan, geen dooddoeners of cryptische uitspraken.
En ook niet stiekem in het duister achter de hand fluisterend tegen elkaar, zoals dat al vanaf 2001 gebruikelijk is? “Hei je gesien wattie nou weer hep geschreve?” telt bijvoorbeeld niet mee. Tenminste in de grote-mensenwereld niet. In de wereld van List & Bedrog waren de regels nèt een beetje anders, en konden ze ook nog eens zomaar spontaan van het ene moment op het andere veranderen.
Wat het ene moment nog met 150 dB werd verkondigd kon enkele minuten later met 250 dB keihard worden tegen gesproken. Als je maar hard genoeg schreeuwt kan opeens alles.
Ik heb daar nog een typisch, zij het onschuldig, voorbeeld van. Direct na de onthulling van mijn Geheime Liefde stuiterde iemand als een dronken skippybal over de werkvloer onder het gejubel van: “Mijn oom, de Tibetaanse monnik heeft een vriendin.”
Enkele dagen later vond Skippy bij nader inzien achteraf: “Ik heb altijd wel geweten dat hij een vriendin had.”
Een staaltje achteraf/vooraf kennis waar hij wel vaker last van bleek te hebben. Over twee stukjes kom ik daar nader op terug, weet ik nu al vooraf te melden. Knap hè, dat ik dat nu al weet? Of heb ik dit nu achteraf aangepast? Ik weet het niet meer, maar knap is het; dat staat vast. Ik zal mijn oudere posts eens nalopen om te zien af ik daar nog meer dingen aan toe te voegen heb die ik vooraf al wist.
Vraagje tussendoor: heb ik in die tijd ooit iets aan iemand verteld over mijn scheiding? Aan mijn dochters? Aan mijn familie? Aan iemand uit de vriendenkring?
Antwoord: Nee, dat heb ik niet. Dat had ik niet gekund, want ik had niemand om mee te praten. En ik ben ook nooit zo’n mekkerende geit geweest.
Vraag 2: heeft zij daar met anderen over gesproken?
Antwoord: Jazeker, nou en of! En hoe! Tjeempje, er kwam geen einde aan de vertellingen.
Want daarom liepen de onderhandelingen, die zo soepel waren begonnen, opeens knarsend vast.
Iedereen uit de hele familie- en vriendenkring werd er in betrokken. En iedereen had wel een advies voor haar klaar liggen. Wat mensen allemaal aan wijsheden op de plank hebben liggen, klaar voor gebruik, dat is bijna niet te bevatten. Iedereen wil graag helpen met wijze raad; zelfs mensen van wie je dat nooit zou verwachten.
Kijk maar naar de voetbaltribunes, of de corona-ontwikkelingen; de figuren die in de normale maatschappij nog geen spijker in een plank kunnen timmeren, bieden zichzelf op zondag aan als vlijmscherpe sportanalisten, en op werkdagen zijn ze liever viroloog, intensivist, epidemioloog.
Neem alleen bijvoorbeeld Maurice de Hond, die zich beurtelings aanbiedt als econoom, enquêteur, misdaadanalist, viroloog, volksmenner, stalker, sociaal demograaf.
En al richt hij alleen maar ellende aan, hij gaat onverstoorbaar door en blijft zelfs altijd welkom als relnicht bij alle praatprogramma’s.
Niet omdat hij gelijk heeft, maar omdat het zo lekker spectaculair bekt. Vals trekt kijkers, en van kijkers worden programmamakers gelukkig. En hun bazen ook. Dat de hele maatschappij daardoor naar de kloten gaat, is goed voor de kijkcijfers in de toekomst.
Wu krijgu um wel
Dat zelfde geldt ook voor de reeds eerder genoemde Firma List & Bedrog, die het ook nog eens nodig vond om zelf langs de deuren te gaan om fans te ronselen met zelf gecreëerde ‘achtergrondinformatie’. Het is louter dom geraaskal, maar trekt altijd volle zalen. “Hebbie gehoort wattie nou weer hep geflikt? Hij is somaar gestopt met betalu. Wat un schoft hè? Maar wij goan dat regelu. Wu krijgu um wel.”
Is er iemand die dat durft tegen te spreken? Recht in mijn gezicht en zonder een rode kop te krijgen?
Dat ik gelijk heb, is bevestigd door een ex-personeelslid dat wanhopig op zoek was naar een nieuwe inkomstenbron nadat de ooit bloeiende zaak naar de knoppen was ‘opgebouwd’, en ook nog door een verontwaardigd personeelslid van de bovenburen.
Want niet iedereen trapte in die vuige lasterpraatjes.
En ook mijn nazaten hebben het met hun reacties aangetoond.
De oudste meldde zelfs ooit enthousiast in een email: “Ik ben verhuisd om verlost te zijn van jouw leugens en van Mama’s gezeur.” Mijn leugens? Welke leugens dan?
In het begin, toen het bestaan van Coby nog niet bekend was, heb ik weleens moeten liegen, maar deze email kreeg ik pas veel later, en in die tijd was ze min of meer normaal met me omgegaan.
Ik heb zelfs bij haar thuis mogen schilderen in die tijd. En dat laat je toch niet doen door een vijand?
Dus waarop was die ommezwaai gebaseerd als er niet werd geouwehoerd, zoals zij heel dapper beweerde?
Zomaar spontaan: “Ik heb opeens zo’n zin om iemand te ontvrienden. Weet je wat? Ik ontvriend mijn vader, die heb ik toch nooit gemogen.” Zoiets?
En zij was beslist niet de enige die plotseling het roer omgooide.
Maar durf niet te beweren dat er werd geouwehoerd. Want dan krijg je ruzie. Nee, dan krijg je nòg meer ruzie, want de eerste keer dat ik het beweerde werd ik al ruim vier jaar belaagd vanuit allerlei hoeken. Maar dat was toeval. Tenminste, volgens het roddelcircuit.
Het Masterplan
De grote vraag is natuurlijk waarom ex zomaar opeens geen genoegen meer nam met die overeengekomen alimentatie.
In het begin was ze immers dik tevreden? Toen het tweede convenant mondeling overeen werd gekomen, zei ze zelfs opgeruimd: “Nou, dat valt me helemaal niet tegen.”
Waarom veranderde ze daarna van de ene dag op de andere van mening? Waarom werd ik in 2005 opeens tot Grote Vijand verklaard?
En waarom dook ze daarna meteen onder? Want vanaf dat moment leek ze niet meer te bestaan. Drie jaar lang was ze volkomen onbereikbaar.
Het enige dat er gebeurde in die tijd was dat ik regelmatig brieven ontving van een opgewonden advocaat die het leuk scheen te vinden om steeds weer op hoge toon dezelfde informatie op te eisen. Informatie waar niets mee werd gedaan, zoals er ook niets werd gedaan met mijn verzoeken om inkomensgegevens van haar. Ik begon al stiekem de hoop te krijgen dat ze een nieuwe partner had gevonden.
Maar dat was niet zo; het was het voorspel van een Masterplan, een Magistrale Strategie waarmee ik Overweldigd zou moeten worden.
Spelletjes, theaterstukjes waar ik kotsmisselijk van word. Als je spelletjes nodig hebt om te winnen, dan weet je dus dat je ongelijk hebt!!!
Maar goed, dat gebeurde ook zomaar spontaan in een opwelling? Niemand had haar wijs gemaakt ‘dat su recht hat op feel meer as dat ik hoar hat aangebodu’?
Die onzinnige mededeling “Ik heb gehoord dat je allerlei extraatjes hebt genoten die je niet met me hebt gedeeld”, had ze zelf bedacht? Zomaar, door een goddelijke vonk of zo?
Die was haar helemaal niet ingefluisterd door dat stel intrigerende mafklappers?
En die kladjes die het bewijs van die onzin moesten voorstellen, die had ze ergens op straat gevonden?
Die kladjes die de oorzaak waren van al die ellende, en die door alle experts werden weg gehoond?
Die kladjes waarvan ik ook op mijn blog al had uitgelegd dat dat flauwekul was, en hoe dat echt in elkaar stak?
Hoe weinig moet je van boekhouding begrijpen als je dan nog dat arme mens blijft wijs maken dat ze met die rommel tonnen zou kunnen binnen slepen?
En dan werd er na afloop nog even heel schijnheilig geprobeerd om mij alsnog de schade in mijn maag te splitsen, nota bene terwijl ik al die ellendige jaren had gewaarschuwd voor de gevolgen van die krankzinnigheden.
Na al die aanbiedingen die ik had gedaan om het dreigende drama te voorkomen. En evengoed gewoon doorgaan. “Doar mot je niet in trappe hoor. Nou weet je juist seker dat je ken winne. Want anders sou ie dat echt niet aanbiede hoor.” Waar of niet waar?
Het mooiste is nog dat iedereen dus wist dat ik al die tijd gelijk heb gehad, en dat dan evengoed iedereen, inclusief mijn eigen nazaten, gewoon strak hun rol hebben volgehouden.
Waarom ik hier nooit mee zal ophouden
Ik vind dit deel erg vervelend. Van de doden niets dan goeds, maar hier kan ik niet omheen, want ondanks alles hebben die lasterpraatjes kiem geschoten en ondanks alles blijft iedereen krampachtig doen alsof het allemaal mijn schuld is. Dat iedereen wel beter weet werd bewezen toen ik ‘de dokter’ zelf tegen het lijf liep. Een toneelstuk op zich; het valse loeder kreeg een hartaanval en wist niets beters te verzinnen dan 10 minuten verstijfd blijven staan met die dikke kont krampachtig in een onmogelijke positie in onze richting gedraaid. Een soort standbeeld, gebeeldhouwd uit spekvet en daarna aangereden door een vuilniswagen. Ik had er een foto van moeten maken.
Dit is ook een geschikt moment om te schrijven waarom ik hier nooit mee zal ophouden. De techniek van dat stel mafklappers is altijd de zelfde geweest. Eentonigheid is troef. Er wordt iets volslagen belachelijks bedacht. Op hoge toon en zonder fatsoenlijk bewijsmateriaal worden er idiote eisen gesteld. Als daar niet meteen op wordt gereageerd dan word je belaagd met dreigementen, chantage zelfs, en met vervalste stukken.
En als dat dan, zoals altijd, uitdraait op een peperduur fiasco, dan draaien ze zich om en doen of er nooit iets is gebeurd. Of de hele situatie wordt met terugwerkende kracht gekleineerd; hemeltergende, jaren slepende, geld en tijd vretende idiote rechtszaken worden dan opeens gedegradeerd tot ‘procedures’, tussen aanhalingstekens om te benadrukken dat het maar zaakjes van niks waren. Waar ging het ook helemaal over? Wat is nou tweehonderdduizend euro contant of vijfendertighonderd euro per maand? We hebben het over netto bedragen uiteraard; anders blijft er helemaal niets van over. O ja, bij die tweehonderdduizend euro hoorde ook nog een bedragje van duizend euro per maand netto. Zeg maar als zakgeld. Wie wil dat nu procedures noemen? Nou, de hoofdrolspelers bijvoorbeeld. Die mafklappers die haar hadden geadviseerd om me “foor de rechtur te slepu omdat se recht hat op die poen”.
Niets wordt ooit afgesloten, transacties niet, maar ook onenigheden niet. De uitkoop zou bijvoorbeeld nooit officieel zijn afgesloten als zij hun zin hadden gekregen.
Als het aan hen had gelegen dan zou de hele wereld nu nog steeds denken dat ik de verantwoordelijkheid voor de zaak draag. De overeenkomst zelf kostte al drie jaar en een klein vermogen voordat hij werd ondertekend, maar daarna veranderde er nog steeds niets.
Ondanks alles werd ijskoud mijn naam na de overdracht als enige in de jaarverslagen gemeld en ook bij de Kamer van Koophandel bleef ik nog als directeur ingeschreven.
Ik kon schrijven, emailen, smeken, dreigen maar er werd gewoon totaal niet gereageerd. Wat er ook gebeurde, ik bleef directeur en hun namen waren nergens in de administratie terug te vinden. En dan werd er van mij verwacht dat ik maar even de jaarstukken zou ondertekenen. Zij de winst en ik het risico; zo willen we allemaal wel zaken doen. Of een soort mislukte karikaturale poging tot zaken doen. ‘Zaken doen’ zou Nazaat 1 schrijven, vermoed ik.
Foei Loek, Af, Niet Doen! Je hebt het over haar Afgoden, hoor. Afgoden maken geen fouten. Alles wat Afgoden doen is Goed. Al gaan daar bedrijven door naar de bliksem, al worden er Gouden Overeenkomsten verneukt, dan nòg is het Goed.
Als de tent failliet zou zijn gegaan, waar met dat wanbeheer kaarsrecht op werd aangestuurd, dan was ik aansprakelijk geweest. Dat was ook ongetwijfeld de opzet van al die acties.
Ik moest kapot omdat ik ze vernederd had.
Krankzinnig, totaal helemaal ongegeneerd krankzinnig. De emails waarin ik schaamteloos bedreigd en gechanteerd werd heb ik gelukkig nog steeds in mijn bezit. Niet dat ik ze ooit nodig zal hebben, want één woord, één gebaar is meer dan genoeg om alle overeenkomsten en wetten ongeldig te verklaren.
Wat ik ook deed, wat ik ook schreef, er gebeurde helemaal niets. Pas toen ik mijn laatste brief integraal op mijn blog plaatste, gebeurde er iets.
Niet dat de administratie toen werd aangepast. In plaats daarvan kreeg ik weer een boze brief van een advocaat.
Pas toen ik die brief ook op mijn weblog plaatste werd ik opgebeld en werd mij beloofd dat de heren de boel in orde zouden maken. Met het verzoek of ik alsjeblieft die post van mijn blog wilde halen. “En als ze weer in gebreke blijven, dan kunt u die brief natuurlijk altijd weer plaatsen.”
(Grappig detail: de naam van die, invallende, advocaat rijmde op de naam van de hersendode adviseurs, alleen de beginletter was anders, en ze hield net als Coby van Benidorm. Soms heeft Toeval gevoel voor humor).
Maar zowaar, waarschijnlijk met wat aansporingen van mevrouw de advocaat, was er een maand later zoveel van het lijstje afgewerkt dat ik tegenover de buitenwereld kon aantonen dat ik niets meer te maken had met dat ‘we-doen-net-alsof-we-weten-wat-we-aan-het-doen-zijn-bedrijf’.
Er stonden in de jaarverslagen wat handtekeningen op plaatsen waar ze niets te zoeken hadden en ze ontbraken op de plaatsen waar ze hadden moeten staan. Maar niet alleen ieder begin is moeilijk, nietwaar?
Dus uiteindelijk werd er na drie totaal mislukte pogingen een jaarverslag geproduceerd waarop hun handtekeningen niet op de directiepagina maar op de accountantspagina prijkten. Maar mijn naam ontbrak eindelijk, dus heb ik over dat gestuntel niet meer moeilijk gedaan. Of lezen echt zo moeilijk was, of dat dit weer een onderdeel was van een ‘slim plannetje’, daar heb ik me maar niet in verdiept. Ik was blij dat ik eindelijk niet meer verantwoordelijk was voor het drama dat zich toen al aan het voltrekken was.
Wat ik me nu pas realiseer is dat zijzelf, dankzij die boekhoudkundige spelletjes van ‘de dokter’, helemaal niet in de gaten hadden dat er in mijn afscheidsjaar al met zware verliezen werd gewerkt. Ik zal 2003 en 2004 eens corrigeren. Klusje van niks, ik hoef alleen 2 of 3 creatief verplaatste bedragen weer terug te zetten en we weten echt hoe het verloop van de winst is geweest. Ik ben toch boven aan het opruimen, omdat ik een warmtepomp heb gekregen en de stellingen en archiefdozen nu de installateurs klaar zijn naar hun nieuwe plekje moeten verhuizen, dus ik moet die verslagen toch tegenkomen.
Ego Building
Mijn alimentatie werd voor het eerste convenant, conform de afspraak, vastgesteld op € 1.500,- netto per maand. Met een forse kans dat dat veel hoger zou worden.
Ik had op dat moment al plannen gemaakt om de beheervergoedingen voor iedereen vast te leggen op een toen nog haalbaar bedrag van € 7.000,- per maand, maar dan inclusief alles, telefoon, auto, computers, etentjes. Geen gegrabbel meer! was het credo.
In plaats van daar mee, en met de rest van mijn plannen, accoord te gaan werd een externe pseudo ‘bedrijvendokter’ naar binnen gesmokkeld. En wat voor één! Aan de omvang lag het in ieder geval niet, die was dik voor elkaar.
Maar dat we dat zelfde niet konden zeggen van het vakmanschap bleek als snel toen het dokteren bleek te bestaan uit een beetje gewichtig schuiven van correct geboekte posten naar plekken waar ze helemaal niets te zoeken hadden.
Omzet verdween op mysterieuze wijze uit het jaar 2003 om olijk op te duiken in 2004, terwijl afschrijvingen die zelfde trip in versneld tempo in omgekeerde richting maakten. Om de jaarcijfers definitief te verminken werden een paar in verband met de ‘herstructurering’ verkochte apparaten gewoon geboekt als omzet in plaats van desinvestering, zodat van die hele jaarverslagen geen soep meer te trekken was.
Maar goed, daardoor kon de dokter in ieder geval zeggen dat de zaak in 2004 ‘dankzij haar inspanningen een enorme vooruitgang’ had geboekt. De ‘dokter’ was niet bezig met het ‘redden’ van een ‘bedrijf in nood’, de ‘dokter’ was bezig met de bouw van de eigen reputatie.
Een tip voor wie de gevolgen van dat soort boekhoudkundige manipulaties niet begrijpt: begin niet voor jezelf, blijf gewoon voor een baas werken. Maar zoek er één die minder weegt dan 120 kg.
Om haar heen werd een cordon van bodyguards opgesteld, om zeker te zijn dat er absoluut niets goed zou kunnen gaan.
De revolutie was uitgeroepen, en we weten hoe het met de meeste revoluties afloopt. Het viel me nog mee dat ik niet aan mijn haren naar het dorpsplein werd gesleurd om in het openbaar te worden terecht gesteld.
Firma List & Bedrog
Tijd om weer verder te gaan met de draad van het verhaal. Ik betaalde die alimentatie via mijn eigen Beheer B.V. in de vorm van een dienstverband, compleet met loonstroken zodat ze een aantoonbaar inkomen had waarmee ze een hypotheek zou kunnen afsluiten.
Over die € 1.500,- droeg ik ook loonbelasting en premies af. Ruim € 700,- per maand.
Haar bruto inkomen, oftewel de alimentatie, bedroeg dus ruim € 2.200,- per maand. Waarschijnlijk kreeg ze van die loonbelasting bij de definitieve aanslag nog iets terug. Dus ik vermoed dat ze uiteindelijk minimaal € 1.600,- per maand zal hebben gekregen. Dat was in die tijd bijna een modaal inkomen.
Daarnaast betaalde ik nog allerlei andere zaken voor haar, particuliere ziektekostenpremie bijvoorbeeld, een autootje en nog wat andere zaken. En tekende ik mee voor de hypotheek toen ze een leuk huis had gevonden. Je kunt wel omringd zijn door adviseurs, maar dat betekent niet dat die adviseurs ook een poot voor je uitsteken als er ècht iets moet gebeuren. Dat lieten ze liever aan de vijand over.
Zoals ze ook het sponsoren van de inrichting van dat huis liever aan de vijand over lieten. Hulp is leuk, maar het moet geen geld kosten. We zijn wel gek, maar niet goed.
Want om een beetje budget te creëren werd door Fa. List & Bedrog vlijtig geld uit de kas van de zaak geroofd om haar nieuwe huis op te knappen.
Best wel lief, zou je zeggen, ware het niet dat die tent nog steeds op mijn naam stond en het dus sowieso mijn poen was dat ze uitdeelden, maar of dat niet genoeg was werd dat geld ook nog eens schaamteloos op mijn Rekening Courantschuld aan de zaak geboekt.
Ze trakteerden haar dus op koekjes die ze uit mijn trommel hadden gejat, en verwierven daar ongetwijfeld ook nog bewondering en lof mee als Beschermers van Verraden Vrouwen. “Kijk eens wat wij allemaal voor haar doen nu die schoft haar zo heeft behandeld.” En vervolgens mij opzadelen met de kosten. Zo lief.
Net zo lief was het om mijn deel van het laatste stukje erfenis van mijn ouders achterover te drukken. Het was ook maar ongeveer € 1.100,-. Ik durf te wedden dat dat ook in een royaal gebaar aan haar is geschonken. “Kijk eens wat wij voor je hebben. Lief van ons hè?”
Nou! Van dat soort ‘hulpverleners’ kun je er niet genoeg hebben. Daar zit Nederland om te springen. Altruïstische dieven, mislukte Robin Hoods.
“Slachtofferhulp en Voorlichting”
Ook de andere afspraken werden keurig door mij nagekomen. Nagenoeg de hele inboedel nam ze mee. Zij verdeelde zelf de banksaldi, zonder enige uitleg, zonder een kopie van de laatste afschriften. Daar moest ik maar vertrouwen in hebben. Vertrouwen waar omgekeerd geen sprake van was.
De hele vriendenkring heb ik een email gestuurd met een korte uitleg. Drie daarvan hebben me daarover opgebeld. En daarmee was wat mij betreft de vriendschap over, want zo hadden we dat afgesproken.
Ook heeft nooit iemand uit de vriendenkring zelf de moeite genomen om contact met mij te houden. Wat me, gezien de commotie die ontstond, toch wel enigszins tegenviel. Niet alleen van de vriendenkring, maar vooral van mijn dochters.
Iedereen is bij de eerste de beste roddel door het ijs gezakt. En niemand heeft het fatsoen opgebracht om iets te laten horen toen na al die jaren bittere ellende al die roddels onder hoongelach door drie rechters naar Fabeltjesland werden verwezen. In tien jaar tijd heb ik twee reacties mogen ontvangen. De eerste was die bewuste brief waarin de hele geschiedenis werd vervalst, de tweede kwam van mijn oudste nazaat die bij nader inzien niets te maken had met wat ze ooit zelf had geschreven. Onbegrijpelijk en allebei mateloos slap.
Niemand hoefde te weten of het verhaal misschien ook een andere kant had. Likkebaardend werden de spannende verhalen waarschijnlijk aangehoord. Want anders zou iemand toch de moeite hebben genomen om even op te bellen: “Hé Loek. Wat heb ik nou gehoord?”
Of was dat omdat er echt helemaal niet over mij werd geouwehoerd, zoals nazaat mij 5 jaar geleden bezwoer? Nou, nee. De blikken die mij werden toegeworpen als ik in De Gordiaan iemand tegen kwam gaven een heel andere indruk. En ook mijn bezoekerscijfers en de IP adressen van de bezoekers, en de momenten waarop die bezoekers kwamen, vertelden iets anders. En al die lasterpraatjes over dat ik haar tekort zou doen, die in de hele omgeving werden verspreid, die mogen we natuurlijk niet ouwehoeren noemen, net zomin als de zelf in elkaar geknoeide ‘bewijsstukken’. Dat was natuurlijk slachtofferhulp en voorlichting.
En uiteraard, als er niet werd geouwehoerd, waarom kreeg ik dan na afloop die brief van voormalige vrienden die precies wisten wat er allemaal was voorgevallen? En die kans zagen om daar een heel ander sprookje van te breien. Dat lukt alleen maar als je tot in details op de hoogte bent van wat er allemaal is gebeurd. En wat is er nodig om tot in details op de hoogte te raken?
In mijn nieuwe omgeving heerst een iets andere moraal, goddank. Niemand weet iets van mijn voorgeschiedenis. Mijn twee dierbaarste vriendinnen weten dat ik uit mijn bedrijf ben gestapt, dat ik een vechtscheiding voor mijn kiezen heb gehad en dat ik ergens twee kinderen heb. Meer niet. En zo hoort het, tuig.
In elkaar geflanste ‘Bewijsstukken’
Om weer op het verhaal terug te komen: al zou ik het gewild hebben, dan nog had ik de kans niet gehad om te ouwehoeren, zoals mijn nazaat in 2016 probeerde te beweren. Want ik had met niemand nog contact. Hoe kun je ouwehoeren als je met niemand praat?
Ook mijn dochters sprak ik zelden, en tijdens die zeldzame ontmoetingen heb ik nooit iets gezegd over de scheiding of over de groeiende perikelen op de zaak. Of durven zij iets anders te beweren?
Met de vriendenkring had ik dus ook helemaal geen contact meer, dus daar viel ook niets te roddelen.
Op de zaak viel weinig te roddelen, want ik werd totaal buiten gesloten.
Daar werd ik steeds meer genegeerd, afspraken die tijdens vergaderingen werden gemaakt, werden niet nagekomen, en de administratie van mijn eigen bedrijf werd verstopt voor me, zodat ik zelfs geen inzage meer had in de cijfers.
Ik bestond niet meer, zakelijk niet en privé ook niet. Verhuizen mocht ik bijvoorbeeld alleen doen en niemand heeft ook ooit de moeite genomen om te zien hoe ik woonde. Na mijn verhuizing werd ik voor de deur afgezet met de woorden: “Ja, ik ken die huizen. Een neef van me heeft hier ook gewoond.” Zo goed was de verstandhouding.
Ik werd genegeerd, buiten gesloten, maar desalniettemin ontstond er wel een belachelijke, schijnheilige woede toen ik daarom ook niemand van dat zooitje uitnodigde voor mijn bruiloft.
Ook daarover heb ik nooit met iemand gesproken. Niet met familie, niet met de vriendenkring (dat kon ook niet uiteraard), en zeker niet met mijn dochters.
Durft één van mijn nazaten te beweren dat ik ooit iets heb verteld over de scheiding of over de uitkoop?
Is er in de hele familie en vriendenkring iemand die dat kan zeggen?
Antwoord: Nee, dat kan niemand zeggen.
Ondanks de vlotte start dreinde de scheiding door tot 2005. In die tijd waren we twee keer een alimentatie overeengekomen.
Beide keren werden die afspraken vlak voor de ondertekening van het convenant opgezegd. Beide keren gebeurde dat dankzij ‘inside information’.
Er werden aan haar lijsten verstrekt vol met fantasiebedragen die ik niet met haar zou hebben gedeeld. De meeste cijfers waren afkomstig uit de administratie en kunnen dus maar door één kliek zijn aangeleverd, totaal verdraaid, uit hun context gerukt.
Een paar bedragen waren afkomstig uit emails tussen mij en die dikke, maar dan streng gecensureerd. Wat onder andere totaal ontbrak waren emails over de uitkoopsom, waarin ik bijvoorbeeld schreef: “Het gaat me niet om de waarde van de zaak, want die is volgens de brief van v.d. Gr. intussen nihil. Ik wil een compensatie voor mijn gederfde beheervergoeding. Dit jaar wil ik € 5.000,- per maand om de tijd te krijgen iets op te bouwen. Vanaf volgend jaar wil ik € 4.000,- per maand.”
Uiteindelijk werden we het, na het gebruikelijke geraas en getier, eens over € 3.500,- per maand tot de maand waarin ik 65 zou worden.
Die emails waren natuurlijk niet interessant, omdat daarin die leipe verhalen werden tegen gesproken. Daarom werden die emails, heel integer, zorgvuldig uit de ‘bewijsstukken’ weg gelaten.
Alleen het totaal van die maandbedragen was interessant. “Want dat is wat de zaak op dat moment waard was”, werd daar glashard bij beweerd door het zelfde stel dat ten behoeve van de uitkoop aan mij een berekening had gegeven waarin de tent werd gewaardeerd op minder dan € 10.000,-.
Netjes allemaal hoor. Heel bona fide. Voor dezelfde zaak, voor het zelfde toetsmoment, twee berekeningen leveren. Eén van € 10.000,-, en één van € 400.000,-. Familie om te koesteren.
Nadat het tweede overeengekomen convenant wéér, zonder dat zelfs maar even te melden, niet werd ondertekend was ik het zat. Wie oorlog wilde, kon oorlog krijgen. Daarom stopte ik met de alimentatiebetalingen. Jij niet tekenen, ik niet betalen. Zelfs dat kon haar niet wakker schudden.
Het Theater van de Lach
De rest is al zo vaak beschreven dat ik dat niet nòg een keer ga doen. Het was een mal, infantiel toneelstukje in de stijl van Het Theater van de Lach. Iedereen dook onder om heel af en toe verontwaardigd op te duiken, eisen te schreeuwen en meteen weer onder te duiken.
Dat spelletje is opgevoerd tot juni 2010 toen eindelijk de laatste rechter de laatste reddende uitspraak deed.
Op dat moment was Coby al anderhalf jaar lang ziek, wat bij iedereen bekend was. Maar waar niemand een reden in zag om een beetje fatsoenlijker te worden. Integendeel, terwijl iedereen wist dat Coby een interval debulking operatie onderging, werd de druk nog maar een beetje verhoogd.
Voor de liefhebbers: Interval debulking operatie ( Of misschien heeft Nazaat liever dat ik operatie ook tussen aanhalingstekens plaats?) = 3 chemokuren (Taxol + Carboplatin), daarna verwijdering baarmoeder + eierstokken + vetschort, en dan weer 3 chemokuren. Of waren het misschien ‘chemokuren’? Een mensonterende ingreep. Een gifbeker die voor de patiënt net niét dodelijk is, en voor de kankercellen net wèl. Althans met een beetje geluk. Dat geluk hadden wij niet, niet alle kankercellen legden het loodje door de chemo. Er bleven er nèt genoeg over om in 2011 weer genadeloos toe te slaan in haar lever. Toen wisten we dat we samen niet oud zouden worden.
En dan wordt mij verweten dat ik heb geouwehoerd. Alweer zonder dat daar enige uitleg bij te geven, maar ik neem aan dat ze daarmee doelde op mijn weblog waarmee ik ben begonnen in september 2009.
Nadat ik al zeven jaar lang was bestookt met leugens, lasterpraatjes, vervalste cijfers, frauduleuze aktes en jaarverslagen, en volslagen debiele procedures!!!
Waar mijn nazaten op dat moment ook al vier en een half jaar vol enthousiasme aan hadden meegedaan. En dan evengoed mij ijskoud beschuldigen van ouwehoeren; dan heb je karakter.
En ik deed dat niet stiekem fluisterend in het donker zoals dat tuig, zodat verdedigen niet mogelijk was.
Ik deed dat open en bloot, voor iedereen zichtbaar en controleerbaar. Zelfs met de reactiemogelijkheid open. Iedereen die het niet met mij eens was had mij ongecensureerd op de vingers kunnen tikken.
Dat nooit iemand daar gebruik van heeft durven maken, zegt genoeg. Iedere gelegenheid die zich voordeed werd dankbaar aangegrepen om met veel bombarie naar advocaten en rechters te rennen.
Maar met wat ik schreef wisten ze geen raad, behalve onderduiken en verse lasterpraatjes verspreiden om de schade te beperken.
Wat er ook allemaal is gebeurd na die tijd, ik kan mezelf in ieder geval nog iedere dag gelukkig prijzen omdat ik me voor altijd van dat schorem verlost heb.
Maar dat wil niet zeggen dat dat schorem ook van mij is verlost.
En al had ik dat uiteraard graag anders gezien: Nazaten die zich willens en wetens aansluiten bij schorem, en even hard mee liegen en bedriegen met dat schorem, worden behandeld als schorem.