Soms is het prettig om stromeloos rond te lopen, zonder doel, zonder bestemming, zomaar dus. En dan rondkijken, links, recht, boven, beneden, je gedachten laten leiden door wat je ziet. Liever geen “belangrijke” dingen, zoals politiek, maar bijvoorbeeld een miertje. Wat zal zo’n beest van ons denken?

Gisteren liep ik in zo’n stemming door Zwolle. Ik had een rondje centrum gedaan, en was aan de terugweg bezig, toen ik op de Willemskade langs een Chinees restaurant liep. Ik ken geen Chinees in Nederland, die niet op één of andere manier het zelfde symbool gebruikt; in ornamenten, vloerbedekking, behang. Meestal zijn ze rond.

In De Verboden Stad in Peking heb ik een foto gemaakt van een paneel met dat symbool, en werd ons ook uitgelegd wat het betekent. Het is twee keer het Chinese karakter voor “geluk”, samen dus “dubbel geluk”, en wordt gebruikt voor “huwelijk”. Wikipedia en een paar andere websites geven een iets andere uitleg, maar dit is wat ons werd verteld.

Het Chinese huwelijk lijkt dus harmonieuzer dan het Nederlandse, of de bedenker van het karakter had thuis iets goed te maken, en omdat de bloemist die dag gesloten was, heeft hij maar een mooie tekening voor haar gemaakt. Ik noem maar een mogelijkheid.

Ik ken in ieder geval menig Nederlands huwelijk, zeker in mijn leeftijdsklasse, waar weinig geluk aan te pas komt, stellen die bij elkaar blijven omdat dat in ieder geval nog enige financiële troost geeft. Wat dat betreft viel mijn eerste huwelijk nog wel mee. Wij hadden geen ruzie, we hadden harmonie, we waren, zeg maar, tevreden, zonder dat de vonken er vanaf spatten. Die vonken kwamen pas na de scheiding.

Ik ken een huwelijk, en dat is maar één van de vele, waar vroegtijdig een einde aan had kunnen komen als die vleesvork een halve eeuw geleden nèt een beetje beter gemikt was.
Dat gun ik ik niemand, zelfs deze figuur niet, hoewel hij omgekeerd graag een dansje op mijn graf zou doen. “Opgeruimd staat netjes”, heb ik hem in een vergelijkbare situatie horen zeggen. De vertaling is van mij. Hij zei het namelijk in zijn moedertaal Amsterdams “Opgereumt stoat netjus.”

Maar toch, omdat ik nu eenmaal mijn gedachten niet aan de riem had, kon ik het niet nalaten om daarover na te denken. Hoe anders zou het leven dan zijn gelopen. In 1980 bijvoorbeeld, toen het familiebedrijf uit elkaar viel, en daarmee ook de familie zelf? En hoeveel andere keuzes zouden er ná die tijd zijn gemaakt. Stuk voor stuk betere keuzes.

Maar zou ik door al die andere keuzes ook gelukkiger zijn geworden? Nee, want dan was ik nooit op vrijdag 7 december 2001, thuis geweest om de chaos in de boekhouding uit te zoeken; dan had er op die dag ook geen bloemetje gestaan bij mijn ICQ profiel, dan had Coby dus ook niet bij me aangeklopt, en had ik die 15 jaar met haar ook niet beleefd. Mede dank zij die gemiste aanslag met een vleesvork heb ik, als is het maar zo kort geweest, intens genoten van dat Dubbele Geluk.