Zelfs corona heeft voordelen. Ik kom bijvoorbeeld bij het kanaalzwemmen op de televisie geen voetbal tegen. Wat een zegen.
Ik zou een slechte TV recensent zijn. De TV programma’s waar ik warm van word, worden door de vakmensen niet eens bekeken, laat staan genoemd. ik heb niets met Jinek, Pauw, Op1 en de andere leuterprogramma’s. Eigenlijk aan alle programma’s die draaien om het voorspellen van het nieuws, het nabeschouwen van het nieuws en dan het discussiëren over het nieuws. De zelfde onderwerpen worden op de zelfde dag minimaal vier keer behandeld. Ik vind één keer soms al te veel.
Ik heb zelfs niets met Beau; wel met de mens Beau, maar niet met het programma. Al die eindeloos uitgekauwde, steeds weer opnieuw met een ander sausje opgewarmde kliekjes, die iedere keer weer worden opgediend als originele culinaire trouvailles, waar toch iedere keer weer even enthousiast vol vuur over wordt gediscussieerd, gedecoreerd met veel onderbrekingen van de host, die daar heel slimme gezichten bij probeert te trekken. Wat een enkele keer nog slaagt ook.
Corona heeft door de beperkingen nieuwe programma’s geforceerd. Dankzij corona kan ik genieten van Floor die nu eens niet drie weken onderweg is naar de zoveelste kluizenaar op een eiland heel ver weg, waar geen dokter is en geen school, geen stroom, geen winkel. Floor blijft nu lekker thuis en gaat op bezoek bij bijzondere mensen die binnen handbereik wonen, en die toch niet aangeraakt mogen worden.
Van Herman Helpt een Handje kan ik kippenvel krijgen. We zien geen perfect afgerichte presentator met vlijmscherpe vragen die alleen maar zijn bedacht om het genie van die presentator te benadrukken; we zien een man die als een mens met gevoel praat met mensen die in menselijke, onmenselijke omstandigheden verkeren. Een keer geen eindeloos gezever over ‘fouten van het Kabinet’, maar gewoon aandacht voor de zorgen vàn, en een beetje troost vóór de patiënten, hun omgeving en van de zorgverleners.
Idee: als we nu eens alle ‘Uh’s’ uit alle TV programma’s knippen en alle saaie momenten uit alle sportprogramma’s, dan kunnen we allemaal iedere avond 97 minuten eerder naar bed, besparen we tienduizend triljoen ton CO2, minstens evenveel stikstof, daalt wereldwijd de temperatuur met 2.7 graden, hebben we alleen al in Nederland opeens een overschot van duizend kiloton op de Rijksbegroting. En wat nog fijner is, dan kan die dolgedraaide Zweedse puber weer full-time terug naar het Bijzonder Onderwijs en kunnen de kranten, TV journaals en actualiteiten misschien aandacht besteden aan leuke dingen. © Loek.
Nu we het toch over kranten hebben. Ik zou er ook wel één in mijn bezit willen hebben. Niets is makkelijker dan het uitgeven van een dagblad. Van iedere gebeurtenis is een spectaculair artikel te maken. Vandaag (of intussen al gisteren) schreef de Telegraaf een artikel onder de kop: Ouders overleden bruid teleurgesteld over erfenis: ’Dit voelt onrechtvaardig’
Zo zielig, zo onrechtvaardig. Hartverscheurend, zeker na het verlies van een dochter. Maar stel je voor dat de rechter anders had beslist, dan had dezelfde Telegraaf een artikel geplaatst onder de kop: Ouders overleden bruidegom teleurgesteld over erfenis: ’Dit voelt onrechtvaardig’. Even zielig, even onrechtvaardig. Hartverscheurend, zeker na het verlies van een zoon.
Voor sommige mensen is huid niet meer dan een plek om acné te bewaren, andere slaan er hun zweet op. Coby maakte er kunst op met kwastjes, borsteltjes, een soort stoffertjes en stiftjes. Voor mij was huid vroeger een signaal, een roep van de natuur, een soort bronstkreet; er moest worden voortgeplant. Als ik huid zag (van de goede soort, tint en omvang) dan werd ik bevangen door voortplantingsdrift.
Voor de nieuwe mij is huid de plek waarmee je genegenheid, liefde uitwisselt. Dierbaren komen niet weg met een hand, en ook niet met twee of meer zoenen; er moet omhelsd worden. En stevig. In sommige gevallen bijna tot het kraakt. Maar dat komt door het contrast. Zoals ik met Coby heb geleerd wat liefde is, heb ik met mijn nieuwe dierbaren geleerd wat genegenheid is. Genegenheid is niet zoveel mogelijk misbruik van elkaar maken. Genegenheid is voelen en laten voelen dat je om elkaar geeft en weten wanneer iemand behoefte heeft aan een oor.
Ik zie ze allemaal iedere dag langskomen. Kijken mag, maar aanraken niet. Dat huidcontactverbod, daar heb ik dan ook meer moeite mee dan met die ophokplicht.
Het AD besteedt aandacht aan rouwverwerking en aan de effecten van eenzaamheid door de corona-crisis op mensen. Op mij heeft het een dubbel en tegenstrijdig effect. Ik voel me gefrustreerd omdat ik voor de zoveelste keer wéér niet toekom aan het uitvoeren van plannen die ik had gemaakt. Deze keer is het zelfs niet mogelijk om alternatieve plannen te bedenken. Ik ben opgehokt, kan geen kant op.
Aan de andere kant geeft die ophokplicht me rust. Rust om na te denken en daar heb ik baat bij. Helaas voor de rest van de wereld. Ik val nu noodgedwongen terug op de eenzaamheid waar ik vroeger bewust voor koos. Op een verjaardag met 40 mensen om me heen kon ik genoeglijk naar het plafond staren en voelde me daar volkomen gelukkig bij. Pas nu begrijp ik waarom ik dat deed. Het plafond was het enige in de kamer dat niet raaskalde, de enige veilige plek in wat later een soort slangenkuil bleek te zijn.